. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . wat gy zult hegeeren in V gehed , geloo-vcnde , zult gy ontfangen. JOANNES XV: 4, S BIyvet in my-, en ik in u. Geïyker-ivys de rankei geen vrucht en kan Araagen van haar zelven ^ zo\. zy niet in den ivynflok en hlyft : alzo ook gy niet,zo gy in my niet en hlyvet. Ik hen de wynftok^ [_sn~\ gy de ranken : die in\ my hlyft , en ik in hem , die draagt veel vrucht:ivant zonder my en kond gy niets doen. Jakobus I: 5-56. En indien iemant van u


. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . wat gy zult hegeeren in V gehed , geloo-vcnde , zult gy ontfangen. JOANNES XV: 4, S BIyvet in my-, en ik in u. Geïyker-ivys de rankei geen vrucht en kan Araagen van haar zelven ^ zo\. zy niet in den ivynflok en hlyft : alzo ook gy niet,zo gy in my niet en hlyvet. Ik hen de wynftok^ [_sn~\ gy de ranken : die in\ my hlyft , en ik in hem , die draagt veel vrucht:ivant zonder my en kond gy niets doen. Jakobus I: 5-56. En indien iemant van u-wysheid onthreekt^ dat\\ hyzevan Godhegeere^ die eenigelyk mildelyk geeftyen niet en verwyt: en zy zal hcmgegeeven worden, Afaar dat hy ze hegeer e in geloove, niet tivyfelen-de: want difiwyfeltiseen haare derzeegelyk^y dievan de windgedreeven, en op en neer geworpen word. I JOANNES III: 21,22. Geliefde Y ■indiehonz-herteons niet en ver oor deelt ^zo hebhen wy vrymoedigheid tot God: En zo wat wy hidden, ontfangen wy van hem:dewyle wy zyne geboden bewaar en, en doen tgeenehehaagelyk is voor hem. Q4 De 23» DeBYKORF De S L A N G, Schuw voor c Maar wacht [u] van de valfi Profeet en , dewelke mfchaapskleederen tot u komen , maar van binnen zyn zegr ypende wolven Aan haar e vruchten zult gy ze ken-nen. Leeft men ook een druive van doornen , ofvygeHvan dïftekn ? Matth; VII; i ƒ, 16. Daar D E s G E M o E D S. 239 Daar Water was ^ weleer»Daar qttam wel Water weer. Ai Is ik u 2ic voor myne oogen,[ * Dan denk ik , hoe die oude Slang,\ Myn moeder Heva heeft bcdroogen, En maakten \ al haar kindren Die Slang , die uit het hol der Hellen,! Met uw lichaamlykheid bekleed,Haar Swart, zo wit weeft voor te ftellen. Dat ik noch van de nafmaak eet :Maar, daar benevens denk ik weedcr,Aan t groote Heil van God belooft,Hoe die gewenfte Slang-vertreeder, De voet zouw zetten op zyn miften niet, ter rechter tyden: Nu komt het met ons daar op aan,Dat wy niet wederom ter zy


Size: 1596px × 1566px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblems, bookyear1711