. De flora van Nederland. Plants. 216 RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. Nijmegen en bij de begraafplaats te Dordrecht gevonden. Zij wordt in beide gevallen als verwilderd opgegeven. Als sierplant komt zij nl. nog al eens 13. Aquilégia *) Trn. Akelei. Dit geslacht onderscheidt zich van de andere Helleboreae, doordat ieder der kroonbiaden groot, trechtervormig is en in een spoor uitloopt. Kelk- en kroonbladen zijn er 5, de kelkbladen zijn gekleurd, eirond. De meel- draden zijn talrijk, de binnenste echter als schubbetjes aanwezig (onvruchtbaar). Stampers zijn er 5. in de vruchten liggen de zaden


. De flora van Nederland. Plants. 216 RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. Nijmegen en bij de begraafplaats te Dordrecht gevonden. Zij wordt in beide gevallen als verwilderd opgegeven. Als sierplant komt zij nl. nog al eens 13. Aquilégia *) Trn. Akelei. Dit geslacht onderscheidt zich van de andere Helleboreae, doordat ieder der kroonbiaden groot, trechtervormig is en in een spoor uitloopt. Kelk- en kroonbladen zijn er 5, de kelkbladen zijn gekleurd, eirond. De meel- draden zijn talrijk, de binnenste echter als schubbetjes aanwezig (onvruchtbaar). Stampers zijn er 5. in de vruchten liggen de zaden in 2 rijen. De bloemen zijn ianggesteeld, alleenstaand. A. vulgaris=) L Akelei (fig. 258). Uit den lichtbruinen, met krachtige vezels voorzienen, vertakten wortel, die naar boven met de overblijfsels van afgestorven bladstelen bezet is, komen 1 of meer rechtop- staande, ronde, naar boven vertakte stengels, die evenals de blad- en bloemstelen kort behaard zijn. De bladen zijn gesteeld, van boven kaal en groen, van onderen blauwgroen en behaard. De wortelbladen zijn het langst gesteeld, dub- bel 3-tallig met ronde, gelobde en in de lobben gekartelde blaadjes, de bovenste zijn 3-tallig tot 3-spletig, de hoogste bijna zittend. De bloemen staan alleen aan den top des sten- gels en der takken, zij zijn door den gebogen bloemsteel overhangend, doch richten zich na den bloeitijd op. De kelkbladen zijn kort gena- geld, eirond, toegespitst, aan de buitenzijde aan rand en top kort behaard, zij zijn evenals de kroonbladen violet, zelden rosé of wit (in tuinen, doch zeer zelden in het wild). De spoor der kroonbladen is langer dan de plaat, aan den top naar onderen haakvormig. De meeldraden zijn iets langer dan de plaat der kroonbladen, de helmdraden zijn naar onderen verbreed, de onvruchtbare meeldraden zijn stomp. De stampers zijn zijdeachtig behaard, liggen dicht tegen elkaar en zijn bijna zoo lang als de langste meeldraden. De vruchten zijn langgerekt, toegespitst, en springen aan den


Size: 1463px × 1709px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants