. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 299 onbeliaarde binden en midden uit het roset komen een of meer niet ver- takte, rechtopstaande, bebladerde, blauwgroene stent^els. De sten^elbladen zijn eirond-langwerpig, stomp, hartvormig stengelomvattend, met korte, stompe of afgeronde lobben. De bloemen staan in eindelingsche trossen, zijn wit of soms iets rosé, vrij klein. De kroonbladen zijn weinig langer dan de kelkbladen. De helmknoppen zijn eerst geel, worden later violet, eindelijk zwart. De vruchttros is verlengd. De hauwtjes zijn even lang als hunne stelen, zijn vlak,


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 299 onbeliaarde binden en midden uit het roset komen een of meer niet ver- takte, rechtopstaande, bebladerde, blauwgroene stent^els. De sten^elbladen zijn eirond-langwerpig, stomp, hartvormig stengelomvattend, met korte, stompe of afgeronde lobben. De bloemen staan in eindelingsche trossen, zijn wit of soms iets rosé, vrij klein. De kroonbladen zijn weinig langer dan de kelkbladen. De helmknoppen zijn eerst geel, worden later violet, eindelijk zwart. De vruchttros is verlengd. De hauwtjes zijn even lang als hunne stelen, zijn vlak, hartvormig, ge- vleugeld, met vrij wijde insnijding, waarin de vrij lange stijl zit (fig. 355). leder hokje is 4-8-zadig met gladde zaden. 7-30 cM. ^. April—Juni. Bij ons komt bijna alleen de variëteit /. calami- ndre ') Lej. voor. Daarbij zijn de meeldraden even lang als de kroonbladen en deze veel langer dan de ' Thiaspi alpestrc Fig. 355. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant zelve komt in bosschen, op grazige plaatsen en rotsen in Midden- en West-Europa voor. Zij is bij ons alleen bij Vaals gevonden. De var. calaminare is op zinkhoudenden bodem in het Akener bekken vrij algemeen en is bij ons langs de Geul bij Cottesen, Epen en Mechelen gevonden. 2S. Teesdalia -) R. Br. T. nudicaulis-'') R. Br. Klein t a s c h j e s k r u i d (fig. 356). Uit den penwortel komt een wortelroset van bladen en 1 of meer sten- gels, die meest onvertakt, rond en glad zijn. Daarvan is de middelste meest rechtopstaand, terwijl de zijdelingsche op- stijgen en 2 a 3 kleine blaadjes dragen. De wortel- bladen zijn gesteeld, lepelvormig, doch vaker vinspletig tot vindeelig met afgeronde slippen. De stengels zijn óf onbebladerd óf de bladen zijn lijn-lancetvormig. De bloemen staan in eindelingsche trossen, zijn klein en wit. De kelkbladen staan een weinig uitgespreid De kroonbladen zijn ongelijk, de 2 aan de buitenzijde staande zijn veel grooter dan de 2 andere en ook grooter dan


Size: 1397px × 1789px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants