. Stichtelyke zinnebeelden, en Bybel-stoffen . voorraadt voor het feeft,En maakten dat hun lampen dan zyn eigen voordeel mindt,Maak dathy deeze Parel vindt, Wvl ZINNE-B E E L o E N. 21 Wyl hy niets beter kan verkiezen, En dat begeerte of overvloedt, Nogh fchyn-vermaak van t aardtfche goedt, Hem ftreele om t befte te verliezen. Jaag, tragt dan naar dien fchoonen buit: Zet uw talente op voordeel uit. Maar woeker nimmer! haat de loogen 1 Pleeg nooit bedrogh in fchrift of boek! Een valfche weegfchaal is een vloek, En grouwel in des Heeren oogen. Toon u befcheiden by elk een : De waarhe


. Stichtelyke zinnebeelden, en Bybel-stoffen . voorraadt voor het feeft,En maakten dat hun lampen dan zyn eigen voordeel mindt,Maak dathy deeze Parel vindt, Wvl ZINNE-B E E L o E N. 21 Wyl hy niets beter kan verkiezen, En dat begeerte of overvloedt, Nogh fchyn-vermaak van t aardtfche goedt, Hem ftreele om t befte te verliezen. Jaag, tragt dan naar dien fchoonen buit: Zet uw talente op voordeel uit. Maar woeker nimmer! haat de loogen 1 Pleeg nooit bedrogh in fchrift of boek! Een valfche weegfchaal is een vloek, En grouwel in des Heeren oogen. Toon u befcheiden by elk een : De waarheidt zy in uwe reen: Uw tong zy niet tot fmaadt genegen : En leit gy fchaa, vergram u niet! Want Godt die op het herte ziet, Geeft den oprechten zynen zeegen, Matth. Cap. vi. vers 20, 21. Maar vergadertu fchatten in den hemel ^ daar ze nogh motte noghreeft en verderft, en daar de dieven niet en door-graven , nogh en fteekn. Want waar iivoen fchat is, daar zal ook uw her-te zyn. B 1 V i ^t S T>I C H T E L Y K EV en VerkwikJielyk,. Pfalm cxLiii. vers lo. Leert my u welbehaagendoen, want gy zyt inyn Godt, uw goede Geejlgeleide rny in een effen landt. w anneer me een aangenaame flreek,Befchout met hooge en digte boomen, Daar Z I N N E-B Ë E L P E N. 23 Daar t Zonnelicht naau door kan koomen; En daar een klaare waterbeek, Ter zyde ruift; daar groene velden Het oog bekooren; daar een duin, Of hoog gebergt zyn fteile kruin, (Die Godt ten toom voor t zee-nat fielden) Ten hemel opheft; daar t gezigt Zig in bekoorlyke Valleien, En wan del weegen kan vermeien, Door dAlmacht, kunftryk toegerigt, Waar op de menfch naar zyn behaagen, Wanneer het lichaam afgemat, Zyn deel des arbeidts heeft gehadt, Een weinig ruft zoekt naa te jagen, En zig verluftigt, fchat men hoog; Dat kan ons hart vernoeging geven; Geen zorge tragt te wederflreeven t Vermaak dat zig vertoont voor t oog. ó Vafl verknochten dezer aarde ! Vindt gy zoo veel vermaaklykheidt In t geen zig voor t gezigt verfpreidt


Size: 1747px × 1431px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookdecade1740, booksubjectemblems, bookyear1740