. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . tig heyr aen dry gcvvcften tergé,En dat het Chriften volck te Torde fich beriet,Soo is in dat geweft een vreemde daet feker jong gefcl, tot Varadijn geboren,Die hadde nacr het oogh een vryfter uyt- gekorcn,Gelijckdejonckhcytplagh, eennet,eentitfigh dier,Maer niet dan al te vol van ongeregelt , naer het eerfte foet van hare bruylofts-dagen,Soo was de jonge vrou in vreemde luft geflagcn;Eenlincker haer bekent genoot de meefte vreught,En van haer fchoone verw,en van haer teere Is maer een korte tijt (gelijck onkuyfche ftreke
. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . tig heyr aen dry gcvvcften tergé,En dat het Chriften volck te Torde fich beriet,Soo is in dat geweft een vreemde daet feker jong gefcl, tot Varadijn geboren,Die hadde nacr het oogh een vryfter uyt- gekorcn,Gelijckdejonckhcytplagh, eennet,eentitfigh dier,Maer niet dan al te vol van ongeregelt , naer het eerfte foet van hare bruylofts-dagen,Soo was de jonge vrou in vreemde luft geflagcn;Eenlincker haer bekent genoot de meefte vreught,En van haer fchoone verw,en van haer teere Is maer een korte tijt (gelijck onkuyfche ftreken,Hoe feer men die bedeckt, licht komen uyt te leken;Het wijf wort nagefpoort, en op de daet gevatGelijckfe met den pol in haere luften was in ouden tijt een ftrcnge wet gefchrevert,Voor man en echte wijf, die vuylerancken dreven;Want als er eenigh menfch m defen grouwel viel,Soo wierdhem flux hetlijf gefchcyde dater eenigh beul hetïchuldigh hooft fweert werd toegeftaen die mecft de fchande raekte:. De vrou moeft haren man, de man lij n eygen wijfBeklagen voor het Recht, en brengen om het kracht van defe keur in ouden tijt gefchreven,Soo werd het vuyl bejaghdenRechter aengegeven:O! wat een droef geval, als eygen vleys en beenStaet voor den rcehter-ftoel en buldert tegen een 3De faecke wort bepleyt, de vuyle daet bewefen,Het vonnis ingeftelt, en opcnbaergelefen} De man krijght volle macht om fijn geleden fchandTe wreken aen het wijf, en dat met eygen wort de jonge vrou ter ftrafle wegh gedreven,Veroordeelt by het volck onweerdigh om te leven;De menfchen dringen aen, en woelen overhoop,Het lantfchap waeght er van, de ftadt is op de loop:De venfters fijn befct, de tuflTchen-goten krielen,De luyfFen fij n belaft met honden duyfcnt fielen > Een 1 V R o I . Een yder is bekeurt hoe dat het vrcemt geval; .En komen tot begin, en eynde nemen fak Het wijf, in dit gevaer, begint terflont te fchreyen,Te vallen in het ftof, enhaer
Size: 1822px × 1371px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems