. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . abeoniten, en vielen met grooter onzinnigheydden Levijt aen, ende martelden door hare geylheyd in die felvenacht het wijf ter doodt, ende de Levijt felve ontquam met nau-wer noot die felve bijtige geyle hanen. J u d 1 c. 19. XCIX. DEn ^oeckeloeren-haen zagh op zijn mift-hoop tredenEen rooden K^likoety dies werd hij zeer tonvreden,Beriep hem tot den kamp, en liep hem int gemoedt :Dies hem vcrweyre


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . abeoniten, en vielen met grooter onzinnigheydden Levijt aen, ende martelden door hare geylheyd in die felvenacht het wijf ter doodt, ende de Levijt felve ontquam met nau-wer noot die felve bijtige geyle hanen. J u d 1 c. 19. XCIX. DEn ^oeckeloeren-haen zagh op zijn mift-hoop tredenEen rooden K^likoety dies werd hij zeer tonvreden,Beriep hem tot den kamp, en liep hem int gemoedt :Dies hem vcrweyren-moft den grooten ) vochten beyde om ftrijdjdattroode bloed afdroopten,\ls zij d een dander fel met lcherpe lpooren Kalikoet int eynd zagh dat den Ttuytfchen-tfaenHem ruft noch vrede liet: dus om zich gants tontflaen(fan allerhande twift,verkoosin ander hoeckenÊijndagelijcxfen koft in vrede te gaen zoecken.„ Veel volckren zijn zoo wik, zoo woelt en onbefuyflr,„ Datdarme vreemdlingniet bij haer magh zijn gehuyft., Al hebben zij een land. tot haer behoeft gewonnen,,Een ander zullen zij het acrdrijcknoch ioo Warande der Dieren. joo. Hei Veld epSud G i Elijck als de Veld-Muys, hoewel zij opt veld genoegh te eten had, even* Twel om de leckere beetkens, haer uythetveldmetlijfs-perijckelineen huys begaf: Alfoo mede heeft de leckertand Apicius den Romeyn : of hij fchoon niet alleen genoeghfame , maer oock zeer goede fpijsteRoMEN had: evenwel nochtans, alfler een quam, ende hem feyde, dat teMinturn zeer lecker rivier-kreeften, ende in Alexandria bovenmaten wel-fmakende Squillen of Zee-krabben te krijgen waren, foo heeft hij hem metgroot gevaer van Romen na Minturn , ende van daer na Alexandrien be-geven, op dat hij flechs die leckere beetkens eten mochte. Maer als hij daerquam, foo en heeft hij niet alleen geene van dien te eten, maer oock niet tezien konnen bekomen: dies hij met groot on wil, ende lijfs-gevaer hem wedernaRom


Size: 1735px × 1441px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems