. Beschouwing der Wereld . eete, hoe ver-gankelyk ik zy. Ziet, ^3- hebt myne dagen en hand breed gepelt, en D E R W E R E L D. 389 en niyn Iceftyd is ah niets voor u ; immers is eenieder inenfcbe y [te] vajl hyjlaat ^ enkel ydelbeid^^cla! Immers wandeld de menfche [ als ] in een beeldyimmers imelenze ydclyk: men brengt byeen^ enmenijceet niet me het na zich neemen zal. En nu , w^f verwacht ik , q Heere ? myne boo-pe^ die is op u. Psalm XL I: 2, 3, 4» Wel gelukzalig is hy, die zich verft andiglykdraagttegen eenen elendigen : De HEERE zal kern be-vryden ten dage des quaads. De HEERE zal hem bevo


. Beschouwing der Wereld . eete, hoe ver-gankelyk ik zy. Ziet, ^3- hebt myne dagen en hand breed gepelt, en D E R W E R E L D. 389 en niyn Iceftyd is ah niets voor u ; immers is eenieder inenfcbe y [te] vajl hyjlaat ^ enkel ydelbeid^^cla! Immers wandeld de menfche [ als ] in een beeldyimmers imelenze ydclyk: men brengt byeen^ enmenijceet niet me het na zich neemen zal. En nu , w^f verwacht ik , q Heere ? myne boo-pe^ die is op u. Psalm XL I: 2, 3, 4» Wel gelukzalig is hy, die zich verft andiglykdraagttegen eenen elendigen : De HEERE zal kern be-vryden ten dage des quaads. De HEERE zal hem bevoaaren , en zal bemby-t leven behouden , hy zal op aarden gelukzalig ge-?naakt worden: En geeft hem ook niet over in zynervyanden begeerte. De HEERE zal hem onderfteuncn op het ziek-bedde ; in zyne krankheid veranderd hy zyn gantfeleger, Jeremias II: 27. Want zy keeren my de nekke toe ^ en niet het aan-gezichte ; maar ter tyd baars quaads zeggen zy ,itaat op en vcrloft ons. De 390 BESCHOUWINGDe kreupele. Maar voor een Indien dan uwe band of uwe Joet u ergett, houwt zeaf en werpt ze van u. Het is u beter tot den leven in tegaan , kreupel, of verminkt [zynde^ ] dan twee han-den of twee voeten hebbtnde in het eeuwige vuurgewor^pen te worden. Matth: XVIII: 8. Getrooft 13 E R W E R E L D. 391 Getroojl u V derven ^Om meerder te erven. D en een gaat kreupel van ander, wegens t helfe vuur. Te wecten; dat hy t poogd te myden,Terwyl hy, wyllyk, en bedacht,Den raad der wyshcid neemt in acht, Van hand en voeten af te zyn ze fris en op die wyze kreupel gaan, En niet op vleeflykheden ruften;Verfmytende van haar gemoed,t Verkeerde Oog, de hand en voet. Der fnoode en fchaadelyke hinken zy, in dezen tyd,Voor t werelds oog der ydelheid, Maar aan het eind der aardfe dingen,Voor eeuwigheids ontfloten vind men op de hoogfte keur. Dat zy, voor God, rechtfchapen weg die na het Heil-land leid,Eifl dezen gang van kreupelheid, Wat 3


Size: 1513px × 1651px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch