. Uitbreiding, over honderd leerzaame zinnebeelden . ZE HEEFT ER MEERLUISTER DOOR. OP ZINNEBEELDEN. 99 OP HET XLIXfle ZINNEBEELD. D eez Diamant, hoe fchoon van glans,Zal noch met meerder luifter praalen, Wanneer de Zon van s hemels transZich daar in fpiegelt met haar ftraalen. ó Zinnebeeld van zulk een mcnfch,Die door natuurelyke gaaven En kunft hier uitblinkt naar elks wenfch,En dus op t lof lyk fpoor der braaven, Zyn voeten zet! Maar zal t cieraadEen grooter heerlykheid erlangen, Die alle praal te boven gaat,Dan moet het eerft zyn glans ontfangen Van de ongefchape Zon, en t lichtVan Godsvruc


. Uitbreiding, over honderd leerzaame zinnebeelden . ZE HEEFT ER MEERLUISTER DOOR. OP ZINNEBEELDEN. 99 OP HET XLIXfle ZINNEBEELD. D eez Diamant, hoe fchoon van glans,Zal noch met meerder luifter praalen, Wanneer de Zon van s hemels transZich daar in fpiegelt met haar ftraalen. ó Zinnebeeld van zulk een mcnfch,Die door natuurelyke gaaven En kunft hier uitblinkt naar elks wenfch,En dus op t lof lyk fpoor der braaven, Zyn voeten zet! Maar zal t cieraadEen grooter heerlykheid erlangen, Die alle praal te boven gaat,Dan moet het eerft zyn glans ontfangen Van de ongefchape Zon, en t lichtVan Godsvruchts heldre tintelingen. ó Dat deez zaak van t grootft gewigtIn t binnenft van elks ziel kwam dringen! Want noch de gaaven van den geeft,Noch s ligchaams kracht en fclioone leden, Zyn ooit God aangenaam geweeft,Dan in een hert vol zuivre zeden. Wat praal ge, ó menfeh verkiezen meugt; Uw fchoonfte glans fpruit uit de deugd. G z HET ioo LEERZAAME HET VYFTIGSTE ZIN NEBEÈLR. OP DAT HYT V OLB RENGE. O P Minnebeelden, «oï ophetLfie ZINNEBEELD. w ilt gy den Zyworm hier bewaaren aOp dat hy zich ten arbeid fchikk,t Is nodig dat men hem verkwikk*, Mét groene en friflê Moerbey-blaê moet men dafgfefloofden geeft Ontfpannen door vèrmaaklykheden, JBeflooten binnen t perk der reden 9 ; . Opdat die vry en onbcvreeft Zyn werk te beter uit mag voeren : , Want anders ging hy hier gebuktyEn door te zwaaren laft gedrukt. De droefheid zou hém fteeds zyn ze dan, die all t vermaak, Hoe nut en eerelyk verbannen > Die fteeds gelyk natuurtirannen, Gods gunft verwyten, die den fmaak Van zyne gaaven heeft gefchonken 5Op dat men tmisbruik maar vermy,En zich daar in op t hoogft verbly, Om t hert tot dankbaarheid fpreuk verftrékke ons fteeds tot3, Doe altoos wel en zyt verheugd, (vreugd: HET ioi L E ER Z A A M E HET EEN-EN-VYFTIGSTE ZINNEBEELD.


Size: 1581px × 1581px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1720, booksubjectemblembooksdutch, booksubjectemblems