. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. $2 BESCHRYVING n Het don dert in den win ter me- nigvukli ger en fterker dan in den zo- mer. Vele Dwaal- lichten. het eiland Yfland en van Jan-Mayen eiland bygebragt heb- V


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. $2 BESCHRYVING n Het don dert in den win ter me- nigvukli ger en fterker dan in den zo- mer. Vele Dwaal- lichten. het eiland Yfland en van Jan-Mayen eiland bygebragt heb- Vermits nu de vele vuurbrakende bergen , de aardbranden, en de warme wateren van de giftingen, die in het binnenfte dezer lan- den plaats hebben-, getuigen, is ook te gelyk kennelyk, dat van en uit dezelve de zwaveldampen in onuitputbare menig- te geftadig naar de hoogte gezonden worden. Doch gelyk in de warmer en heter luchtftreken diergelyke zwaveldampen,, offchoon naby de aarde, of, als zy- een weinig hoger geko- men zyn, zich ontfteken, en in weerlichten, bJixem en ftra- Jen opflygen , alzo gefchied het van zelven , dat zy on- der den Noordpool, wegens de grote op het aardryk leggen- de koude, meerder ruft en gemak genieten, om omhoog te fty- gen, of ook deswegens langer tyd te gebruiken, aleer zo ve- le ontdoken dampen weder te zamen gedreven worden , dat een werkelyke ontfteking gefchieden kan , tot eindelyk hoog in den Dampkring hun een genoegzame menigte van allerly zoort ontmoet, die door een vochtige koude zodanig zamen- geperfl en verdikt word, dat zy in brand geraakt, en, gelyk een luchtvuur, helle ftralen van zich geeft. • g, LXXVI. Gelyk het dan ook op dien grond, naar myn f vermoeden, her voort koomt, dat men aldaar gedurende den zo- mer nooit, of immers zeer zelden, en daartegen in den win* • ter te meerder en heviger donder heeft. Gelyk ook, dat men ten zelven tyde, als het fneeuwt, zeer vele en menigvuldige dwaallichten en Ignes lambentes ziet , waar toe op


Size: 1263px × 1978px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea