. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. â GRAMINAE. â 521 zeer ongelijk. Naalden veel langer dan hel kroonkafje, meest meer dan l'^ maal zoo lang. Helmdraden zeer kort. Stempels zeer klein. Vrucht aan de zijde van het bovenste kroonkafje afgeplat met breede, ondiepe groef. Blad- scheeden open. Onderste kroonkafje meest 3-f)-bloemig. Bloemen kleistogaam. aaa. Stengel door scheeden geheel ingehiild. Onderste tak der pluim veel malen korter dan de pluim F. Myuros blz. 528. bbb. Stengels glanzend, het bovenste lid ver uit de bovenste scheede stekend. Onderste tak der pluim half zoo lang als


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. â GRAMINAE. â 521 zeer ongelijk. Naalden veel langer dan hel kroonkafje, meest meer dan l'^ maal zoo lang. Helmdraden zeer kort. Stempels zeer klein. Vrucht aan de zijde van het bovenste kroonkafje afgeplat met breede, ondiepe groef. Blad- scheeden open. Onderste kroonkafje meest 3-f)-bloemig. Bloemen kleistogaam. aaa. Stengel door scheeden geheel ingehiild. Onderste tak der pluim veel malen korter dan de pluim F. Myuros blz. 528. bbb. Stengels glanzend, het bovenste lid ver uit de bovenste scheede stekend. Onderste tak der pluim half zoo lang als de pluim. Bovenste kelkkafje 6-7 niM lang, meest circa â¢' i maal zoo lang als het er voor staande kelkkafje F. soiuroides blz. 528. F. distans') Kth. (Glycéria distans Whlnbg.). Zilt vlotgras (fig. 455). Deze soort is dicht zodenvormend, gras- of grijsgroen. De wortelstok vormt tal van meest geknikt opstijgende, gladde, in het bovenste - â ; deel bijna steeds wijd buisvormige, gemakkelijk saam te drukken stengels. Eenige dezer zijn kort, rechtopstaand en dragen alleen bladen. De bladen hebben alleen aan den voet gesloten, gladde, soms aan de bovenste iets opgezwollen scheeden en smalle, meest niet meer dan 3 niM breede, vrij slappe, van ter zijde gezien geleidelijk scherp toegespitste schijven, die aan de kiel boven en aan de randen ruw zijn. De schijven, althans die der stengelbladen zijn dun, onder den top gootvormig. Het tongetje (fig. 456) is kort (circa 2 mM), afgeknot. De pluim staat naar alle zijden, is zeer los, meest niet meer dan 1 dM lang. De takken zijn ruw, iets buigzaam, tijdens den bloeitijd afstaand, later bijna steeds teruggeslagen, aan den voet sterk (geelbruinachtig) verdikt, de onderste met 2-4 (-7) takjes aan den voet. De aartjes (fig. 456) zijn lijnvormig-langwerpig, tot 5 mM lang, meest 4-6- bloemig, gfoenachtig, naar boven meest violet aan- geloopen. De kelkkafjes zijn zeer ongelijk, stomp, bijna geheel droogvliezig, met een den rand niet bereik


Size: 1413px × 1768px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants