. Beschouwing der Wereld . komen , ende jaar en naderen, van welke gy zeggen zult, Ik enhebbe geencn Jitfi m dezelve. Eer dan de Zomie, en het lichte ende Maane, ende Sterren ver du ijl er t vSorden , en de wolken wederkomen na den regen. In den dage wanneer de wachters des huizes zulJen beeven , en dejterke mannen haar zelven zullenkrommen: en demaaljlerszullenfiillefiaan, omdatzy Vlinder geworden zyn : en die door de venjierenzien, verduijfert zullen worden. En de twee deuren na de ftraate zullen geflotenworden , ah er is een nedrig geluid der maalinge ,en hy opftaat op de ftemme des vogelke


. Beschouwing der Wereld . komen , ende jaar en naderen, van welke gy zeggen zult, Ik enhebbe geencn Jitfi m dezelve. Eer dan de Zomie, en het lichte ende Maane, ende Sterren ver du ijl er t vSorden , en de wolken wederkomen na den regen. In den dage wanneer de wachters des huizes zulJen beeven , en dejterke mannen haar zelven zullenkrommen: en demaaljlerszullenfiillefiaan, omdatzy Vlinder geworden zyn : en die door de venjierenzien, verduijfert zullen worden. En de twee deuren na de ftraate zullen geflotenworden , ah er is een nedrig geluid der maalinge ,en hy opftaat op de ftemme des vogelkens, en alle dézangerejjen neder gebogen zullen worden. Ook [_wanneer] zy haar voor de hoogte zullenvreezen , en dat er verfchrikkinge zullen zyn op denweg , en damandel-boom zal bheijen , en dat défpringhaanen zicb zelven een Jaft zullen weezen , endat de liijl zal vergaan : want de menfche gaat nazyn eeuwig huis , sn de rouwklaagers zulkn in derJlraate owgaan. Bb 2* Dfr 380 BESCHOUWINGDe gezonde. Terwyl c ii beuren Baarom gelyk de Heilt^e Geeft zegel. Heden indiengy zynejtemme hoor et, Zo en verhard uwe herten niet,gelyk [het ge/chiet is] in de ruerbitterin^e, ten dasre derJerzoekinge^ in de woejlyne. Hebr; Hu 7,8, JVat DER WERELD. s8i JVat ons ten voordeel zy,Gaa vruchfloos met voorby. D ie donbekende Rvkdom heeft. En echter in ontbloothcid leeft,Wyl hy niet acht op t recht befteeden, Wat voordeel trektmen daar dan van? Hy s ryk, en bJyft een arme man,Bezyden t fpoor van rype reden. Men hoord wel wat gezondheid zegt: Maar deze vrucht is ons te flecht;Van t aards befchik en vlees behaagen, t Bezit der goedren is te groot, En dezen inkomfh al te fnood,]\Ien moet een hooger winft bejaagen. Wat dan: Gaat voor het doodbed (laan. En hoord de iammer-klagten aan,Van die haar rykdom is ontnoomen: Wat fpyt et haar, wat is t haar leed, Dat die niet hooger is befleed ,Als aan een hoopen ydle droomen. Wat hoord gy uit de bleeke Ach word ik maar eens wéér gezond! Bb 3 Ik 3


Size: 1508px × 1657px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch