. Toonneel des menschelyken levens; of, De vernieuwde gulden winkel : waar in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlijke leeringen, den mensche vertoont werd, hoedanig hy zijn leven, handel, en wandel, zediglijk, eerbaarlijk en vermakelijk zal overbrengen . e floot, moeft hy zijn doen betreuren:Hy bleef in t eenzaam woud gevangen, en benard,Tot hy een greetig aas der wilde dieren ward.„Dus wie zijn kracht misbruikt, gedijtze noch in t ende„Tot zijnes Meelters ftraf, met droefheid en ellende. eenen twee-jarigen Stier zonde? te verpoozen, die hy daar na met zijn vuyftdo odezen at di
. Toonneel des menschelyken levens; of, De vernieuwde gulden winkel : waar in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlijke leeringen, den mensche vertoont werd, hoedanig hy zijn leven, handel, en wandel, zediglijk, eerbaarlijk en vermakelijk zal overbrengen . e floot, moeft hy zijn doen betreuren:Hy bleef in t eenzaam woud gevangen, en benard,Tot hy een greetig aas der wilde dieren ward.„Dus wie zijn kracht misbruikt, gedijtze noch in t ende„Tot zijnes Meelters ftraf, met droefheid en ellende. eenen twee-jarigen Stier zonde? te verpoozen, die hy daar na met zijn vuyftdo odezen at dien welven in een dag op,Zo dat hy vreemde dingen bedreven heeft:doch op t laatjie, wanneer hy op zijn krachten te zeerftewide, wierd hy bedro-genvwant hy zag een boom daar kielen in waren , die hy voor der meende te klie-ven : doch alzo de kielen daar uyt vielen, wierd hy van de boom zoo benepen ,dat hy met bey de handen daar in vafi bleef, invoegen dat hy, die te voor en opzijn dappere Jl er kt_e braveerde^ tot eenproye der wilde dieren moeft verft rek heeft, met et voorgaande, een beduyding, zo dat wy den Leezerdaar op•wijzen. K t Is I2o TOÖNNEEL t Is Tantalus die hier in V Water werd gepeynt ,. Die dorjl en honger lijd, en nimmermeer verdwijnt*. Sapient, ir* Daar in de menfch misdoet, en zondigt in dit dal,Hy wederom zijn flraf hier namaals dragen zal. Hier zit Tantalus tot de kin in t water, echter benauwt van dor ft j wyl hetwatertzo haafl hjpoogt te drinken,van zijn tippen wijkt, zoo doen kort. De Poëten geven hier mee te verftaan dat de rijken, in overvloed,arm waren;dattofzy altemets wel een lekker beet jen wenfchen, zo loopt het dogvoor hun weg , dat is%het herte ontfinkt hun altijd om zo vele uit te geven, daarzy dog tot de keel volgelds zijn. Dit zijn immers rechte Gieren9die wel byfwij-tien mogen vergeleken werdenydie fchoon de aker en rondkom haar lijf met hoopenHggen^echter m dreven mijl wroeten, Engelijkphutus zey dozijn in baar rij
Size: 1795px × 1392px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden15871679, bookcentury, bookdecade1710
