. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. de Valjeere; 12. Puthuisjes; 13. Coetshuys van de Hr vanRandewijk; 14. Capel; 15. Traptoorntje; 16. Portael voor de Pecrdestal; 17. JonkerJanstoorntje; 18. Twe secrecte; 1(>. Holïhuysje; 20. Vrouw van Blikerwijks woning;21. Heijdense Capel; 22. Coetshuys van de Vrouw van Blikcrwijk; 23. Toorntje vaneen Lusthuysje; 24. Wooning van de Freule Til; 25. Voorpoort; 26. Portiershuys. 2) In den jare 1248 doe verwerf Otte van Ghelre aan den Koning Willem vanRome, Grave van Hollant, als dat hij soude besitten den Burgh te Nimmegen va


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. de Valjeere; 12. Puthuisjes; 13. Coetshuys van de Hr vanRandewijk; 14. Capel; 15. Traptoorntje; 16. Portael voor de Pecrdestal; 17. JonkerJanstoorntje; 18. Twe secrecte; 1(>. Holïhuysje; 20. Vrouw van Blikerwijks woning;21. Heijdense Capel; 22. Coetshuys van de Vrouw van Blikcrwijk; 23. Toorntje vaneen Lusthuysje; 24. Wooning van de Freule Til; 25. Voorpoort; 26. Portiershuys. 2) In den jare 1248 doe verwerf Otte van Ghelre aan den Koning Willem vanRome, Grave van Hollant, als dat hij soude besitten den Burgh te Nimmegen vanwege des Roomschen Rijcx. Des so leende de Grave Otto Coning Willem daer op XXI duysent mare puer fijn Conincx silver. Ende tot aller tijde als een Keyser of Rooms Coningh dese voorsz. somme denGrave van Ghelre of sijne nakomelingen weder geeft, so mach hij de Burgh met derStadt ende allesijnen toebehooren weder naar hem nemen aen den Roomschen Rijcke.(Aldus W. van Gouthoeven in sijne: „Doude Chronycke ende Historie, van Holland,van Zeeland ende van HET PALEIS TE NIJMEGEN EN DAT TE s GRAVENHAGE. 205 beteekenis had ontwikkeld en het gesloten Buitenhof verving door eenopen plein met woningen omzet. De ingang, de vóórpoort, was in dat Nederhof; de hoofdpoort wasin den zuidwestelij ken hoek van het Bovenhof, besloten tusschen tweewachthuizen. Deze doorgaande, kwam men op een groot binnenplein, aan tweezijden omsloten door den ringmuur met zijn op diepe bogen rustendenweergang, zie afb. N°. 208, en verder door een 50 M. lang hoofdgebouwen door den Reuzentoren met aansluitend zijgebouw, dat, op t einde meteen elleboog doorloopend tot aan de Kapel, dit binnenplein scheidde vaneen tweede, een kleiner plein. Midden op het groote 67 M. diepe plein stond de overdekte ophaal-put, bij welke de ruiters zich konden verfrisschen en hunne paardenlaten drenken, en langs den linker ringmuur bevonden zich enkeledienstgebouwen. Het hoofdgebouw bevatte de groote vergader-, de Rijksd


Size: 1248px × 2002px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture