. De flora van Nederland. Plants. 576 ROSACEAE. FAMILIE Agrimonia Eupatoria Fig. 704. a vrucht. Tabel tot het deterinineeren der soorten van het geslacht Agrimonia. A. Kelkbeker bij rijpheid der vrucht omgekeerd kegelvormig, met diepe van boven tot bijna aan den voet reikende groeven A. Eapatoria biz. 576. B. Kelkbeker bij rijpheid der vrucht klokvormig met ondiepe, van boven slechts tot het midden reikende groeven A. odorata blz. 577. A. Eupatória') L. Agrimonie (fig. 704). Uit den dikken, houtig wordenden wortelstok komen 1 of meer rechtop- gaande, bijna rolronde, bebladerde, ruw be- ha


. De flora van Nederland. Plants. 576 ROSACEAE. FAMILIE Agrimonia Eupatoria Fig. 704. a vrucht. Tabel tot het deterinineeren der soorten van het geslacht Agrimonia. A. Kelkbeker bij rijpheid der vrucht omgekeerd kegelvormig, met diepe van boven tot bijna aan den voet reikende groeven A. Eapatoria biz. 576. B. Kelkbeker bij rijpheid der vrucht klokvormig met ondiepe, van boven slechts tot het midden reikende groeven A. odorata blz. 577. A. Eupatória') L. Agrimonie (fig. 704). Uit den dikken, houtig wordenden wortelstok komen 1 of meer rechtop- gaande, bijna rolronde, bebladerde, ruw be- haarde, niet of weinig vertakte, meest rood- achtige stengels, die met zittende klieren bezet zijn. De bladen zijn groot, kort gesteeld, de bladstelen zijn kort ruw behaard. Grootere blaadjes zijn er 5-9, zij zijn ovaal tot langwer- pig, ingesneden gezaagd, van boven groen, verspreid behaard, van onderen dicht grijs be- haard , verspreid klierachtig. De steunbladen zijn violet gekleurd, stengelomvattend, ingesneden getand. De bloemen staan aan den top van den stengel nu eens alleen, dan weer 2-3 bijeen op korte stelen en vormen samen een lange, afgebroken aar. Aan den voet der bloemstelen zit een drie- spletig schutblad. De kelkbeker is omgekeerd kegelvormig, dicht ruw behaard, onder den zoom met afstaande, haakvormige stekels bezet. De kroonbladen zijn eirond en goudgeel. ledere bloem vormt meest slechts een vrucht. De plant riekt aangenaam aromatisch, terpentijnachtig. 2f. 3-12 dM. Juni—September. Biologische bijzonderheden. Aan den voet der stijlen zit een vleezige ring, waarop echter geen honigafscheiding is waargenomen. De bloemen zijn proterogynisch. Bij het opengaan zijn de stempels'al geschikt om stuifmeel op te nemen, doch dit moet door insecten uit andere bloemen aangevoerd worden, want in de pas geopende bloemen zijn de helmknopjes nog niet opengesprongen en dan zijn de helmdraden zoo zwak naar binnen gebogen, dat iedere draad ongeveer met het zesde deel van een cir


Size: 1399px × 1787px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants