. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. De zee als woonruimte (Oikumene) voor dieren. 227 voor transport en verspreiding (zie boven p. 224) ool< van vormen, die eigenlijk niet bij het pianl<ton behooren. Zoo vindt men in den Archipel tusschen van de kusten losgescheurd en in de open zee drijvend wier (vooral Sargassum- soorten), behalve krabben en andere kreeftdieren ook litorale visschen, zooals Antennarius en jonge exemplaren van talrijke andere soorten. Maar ook goede zwemmers volgen den stroom, ware het alleen maar ter wille van het voedsel, dat deze als drager


. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. De zee als woonruimte (Oikumene) voor dieren. 227 voor transport en verspreiding (zie boven p. 224) ool< van vormen, die eigenlijk niet bij het pianl<ton behooren. Zoo vindt men in den Archipel tusschen van de kusten losgescheurd en in de open zee drijvend wier (vooral Sargassum- soorten), behalve krabben en andere kreeftdieren ook litorale visschen, zooals Antennarius en jonge exemplaren van talrijke andere soorten. Maar ook goede zwemmers volgen den stroom, ware het alleen maar ter wille van het voedsel, dat deze als drager van plankton bevat. Terloops zij er aan herinnerd, dat de op p. 224 genoemde getijstroomen plaatselijk van zoodanige kracht zijn, dat zij ook goede zwemmers meevoeren. Waar dit een constant verschijnsel van eenige beteekenis is, wordt er wel voor de praktijk profijt van getrokken. In het groot te Bagan Api Api, de be- roemde vischplaats aan de Oostkust van Sumatra. Maar het Nekton vertoont gewichtiger verschijnselen. Theoretisch zijn voor zeedieren, met een krachtig zwemvermogen alle zeeën toegankelijk. Op ééne plaats ontstaan zouden zij, althans binnen een aantal gene-. Fig. 5. Doorsnede door een schip (S.), dat evenals de golven veel te klein voorgesteld is in verhou- ding tot de „Zweefbaan" van een Exocoetus, die op het dek valt. De groote pijlen duiden de richting van den wind aan loef aan; de kleine pijlen den luchtstroom, die in de golfdalen opstijgt (volgens MÖBIUS). raties, de zeeën der geheele aarde kunnen veroveren. Een ieder weet, dat dit niet zoo is. Men weet, dat in onze zeeën geen zeeslangen of schildpadden voor- komen en dat evenmin onze zeevisschen in de wateren van den Indischen Archipel gevonden worden. Slechts enkele visschen van den Indischen Archipel hebben een zeer ruime verspreiding; talrijker zijn zij, die althans circumtropisch voorkomen. Dat geldt ook voor een aantal walvisschen; zoo kent men uit den Ar- chipel den baleinwalvis


Size: 2392px × 1045px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectcoasts, bookyear1922