. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . C^ Iet wat het vier vcrmagh het doet de fteghe duygen^) Sich voughen tegen een, en nae de mate buygen,Hoefeer de kuyper klopt, het vier is meet als dat,Het vier verheelt het vverck, en maeckt een bondigh is van echte trouw, envanderechter-handen?Wat van het bruyts juweel en alle diere panden ?Wat iflet of de jeught gaet trouwen inde al maer water- verf, tis al gebroken vverck :De liefde bint het volck, de liefde vought de zielen,Die fonder dat verbant in duyfentftucken vielen : Brenght liefde, foete jeught, ontrent d


. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . C^ Iet wat het vier vcrmagh het doet de fteghe duygen^) Sich voughen tegen een, en nae de mate buygen,Hoefeer de kuyper klopt, het vier is meet als dat,Het vier verheelt het vverck, en maeckt een bondigh is van echte trouw, envanderechter-handen?Wat van het bruyts juweel en alle diere panden ?Wat iflet of de jeught gaet trouwen inde al maer water- verf, tis al gebroken vverck :De liefde bint het volck, de liefde vought de zielen,Die fonder dat verbant in duyfentftucken vielen : Brenght liefde, foete jeught, ontrent de weerde trouweWant fonder dat behulp en ilTet maer berou. Ambrof, de Offic. hb. j SOUtium huiHs mtrifiibm• com^atiatHr,in perfecutionibm adhortetur. Bbb SEPES JO SEPES SAPIENTI& , SILENTIVM. Vai. Maximus. ZâcitnrnitM optmum ac tutifiimitm admimftrandarum rer urn vincuhm, nulli tacaife meet meet ejje lecutum. Ouidius. EXimta e/l virtutprtftare Çikntia rebut ;At contra ermU efi culpa tacenda lomi. War XJXJAnneer het uyr-vcerck^nietfr en jlaet éMaer dat alleen de wij fer gaetSoovportet niette licht ont fieltChelijc^dedaet en reden melt£Maer als het al den ganjchen dagbIs beflgh met eenflaeghen flaghSoofeylter fchier aen yderradtGeduerighickfn weet niet wat. Wie doen, enefterjwijgen^anDienhoudick^voor een feller man ii Aenivie men ^ry eengroot befaghOock^ fonder [chroom betrouwen magh:Maer die fchier niet ter weerelt doetAls dat een yder roeten moet,Die is (Jjetjy men liefde pkeghtOf dat men groot e fangen rveeght )Die ù ondienflighoyer alEn baert aüeen maer leert dan fcijgen foetejeughtWantftvijgen ù eenfchoone deugt. Ihilœqueproderit,quam quiefcere, c>* minimum cum alijs loqui9Tlurimumfecum. Ambrof. lib, i. de Offic, N QVam


Size: 1619px × 1543px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvenneadriaenpietersz, booksubjectemblems, bookyear1627