. De flora van Nederland. Plants. 0. piiósus') L Kleine kaardebol (fig. 413). Deze plant heeft een rechtopstaanden, hollen, vertakten, gegroefden, beneden borsteligen, hoogerop dunstekeligen stengel. De bladen zijn tegen- overstaand, ovaal of langwerpig, toegespitst, teer, gekarteld-getand, alle gesteeld, flauw ge- naald op de rugnerf. Zij hebben aan den voet der schijf 2 ongelijke, kleine slippen. De bovenste stengelbladen zijn kort gesteeld, 3-deelig met kleine, langwerpige zijslippen en een zeer groote, elliptische tot langwerpig-lancetvormige topslip, zij hebben aan de middennerf slechts


. De flora van Nederland. Plants. 0. piiósus') L Kleine kaardebol (fig. 413). Deze plant heeft een rechtopstaanden, hollen, vertakten, gegroefden, beneden borsteligen, hoogerop dunstekeligen stengel. De bladen zijn tegen- overstaand, ovaal of langwerpig, toegespitst, teer, gekarteld-getand, alle gesteeld, flauw ge- naald op de rugnerf. Zij hebben aan den voet der schijf 2 ongelijke, kleine slippen. De bovenste stengelbladen zijn kort gesteeld, 3-deelig met kleine, langwerpige zijslippen en een zeer groote, elliptische tot langwerpig-lancetvormige topslip, zij hebben aan de middennerf slechts haren, zelfs zijn de bovenste geheel kaal. De bladstelen zijn aan de voeten iets vergroeid en kaal. De bloemen zijn bleekgeel en staan in bol- ronde hoofdjes van 2 cM middellijn, zij zijn eerst knikkend, later opgericht, zij staan op dicht en stijf behaarde stelen. De omwindselbladen (fig. 413) zijn niet stijf, bladachtig, lancetvormig, lang borstelig gewimperd, zij zijn ten slotte teruggeslagen en verschillen maar weinig van de strooschub- ben, alleen zijn ze iets langer. De strooschubben zijn omgekeerd eirond, recht, borstelig gewimperd, evenlang als de bloemen. Het kelkje is gewim- perd door lange, witte stekelharen, het heeft vaak een roodachtige kleur en is evenlang als de bloemkroon. De helmknopjes zijn zwartviolet. De vrucht is vierzijdig, wigvormig. 6-12 dM. 0©. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt vooral in Midden- Europa op vochtige, beschaduwde plaatsen voor. Bij ons is zij nog al in Zuid-Limburg gevonden en verder in vroegeren tijd tusschen Nijmegen en Eist (1833), bij'Nijmegen (1834), Zeist (1834) en Schalkwijk (1834). Volksnamen. In Zuid-Limburg heet de plant wil kern. Dipsacus pilosus F\s. 413. 2. Knaütia -) Conlter. K. arvènsis â â¢) Coulter. (Scabiósa arvènsis L.). Knautia (fig. 414). Deze plant is behaard en heeft een dikken, schuinen of recht naar beneden staanden wortel- stok. De stengel is rechtopstaand, ron


Size: 1434px × 1743px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants