. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. staart is aanmerkelijk korter dan de romp. en dik. Alle doelen van de huid zijn met stevige haren bedekt, maar deze staan niet digt en zijn op de bovendeelen veel korter dan op de onderdeelen en de pooten. Dit dier heeft eene lange, maar plat gedrukte tong. Het heeft geene andere tanden dan kiezen, en deze zijn, aan weerszijde der bovenkaak vijf tot acht, der onderkaak vier tot zes in getale: zij hebben eenigzins de gestalte van cylinders, bieden echter een geheel eigenaardig, bij geen an


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. staart is aanmerkelijk korter dan de romp. en dik. Alle doelen van de huid zijn met stevige haren bedekt, maar deze staan niet digt en zijn op de bovendeelen veel korter dan op de onderdeelen en de pooten. Dit dier heeft eene lange, maar plat gedrukte tong. Het heeft geene andere tanden dan kiezen, en deze zijn, aan weerszijde der bovenkaak vijf tot acht, der onderkaak vier tot zes in getale: zij hebben eenigzins de gestalte van cylinders, bieden echter een geheel eigenaardig, bij geen ander dier voorkomend maaksel aan, doordien zij eene menigte fijne buizen vertoonen, die intusschen op de vlakke kroon digtgegroeid zijn. De kleur van de huid en haren is een grijsachtig geel, hetgeen op de pooten min of meer in het bruin of zwart overgaat. liet a;,. â irken vertegenwoordigt de gordeldieren in de Oude Wereld, en wel alleen iji Afrika. Het komt in dit werelddeel noordelijk tot Senegambié en Nubië voor. De oneigenaardige naam van aardvarken werd aan dit dier verleend door de eerste Hollandsche volkplanters aan de Kaap de Goede Hoop. Het bereikt tot vier voet en meer lengte, en weegt alsdan tot honderd pond. Het houdt zich bij voorkeur in opene vlakten op, en graaft aldaar, in harden, kleiachtigen grond, holen. Het ligt daarin gewoonlijk overdag verscholen, verlaat die echter tegen het vallen van den avond, ten einde zijn voedsel te gaan zoeken, hetgeen in mieren en witte mieren bestaat, en die het op gelijke wijze als de miereneters vangt. Daar het zeer schuw en voorzigtig is, gaat het dikwerf, met het ligchaam opgerigt, op de achterpooten zitten, ten einde in het rond te spieden, en mogelij ken onraad te ~ .-^^ llel (jewone aardvarken. Orycleropus Copeiisis. Zoodra het gevaar nadei't, haast liet zich naar zijn schuilplaats, waarbij het, door zijn ligchaam gestadig om te buitelen, als het ware, langs den grond gaat rollen. Indien het daarentegen


Size: 1424px × 1755px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872