. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. orten, noch ook van de offers, welke het hun kostte, om hunwoonplaats als Stad erkend, het door hen zelf tot stand gebrachte,bekrachtigd te zien. De drang naar die meerdere veiligheid, meerdere zelfstandigheid eneene vrijere beweging was onmisbaar voor die kooplieden en nijveren,welke er tevens op uit waren, om den bloei van hun markt te bevorderen,hun afzetgebied te vergrooten, en overal vrijdom van tollen en van wille-keurige heffingen te verkrijgen. Elke gunstig gelegene woonbuurt trachtte nu op hare beurt eenemarkt, eene h


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. orten, noch ook van de offers, welke het hun kostte, om hunwoonplaats als Stad erkend, het door hen zelf tot stand gebrachte,bekrachtigd te zien. De drang naar die meerdere veiligheid, meerdere zelfstandigheid eneene vrijere beweging was onmisbaar voor die kooplieden en nijveren,welke er tevens op uit waren, om den bloei van hun markt te bevorderen,hun afzetgebied te vergrooten, en overal vrijdom van tollen en van wille-keurige heffingen te verkrijgen. Elke gunstig gelegene woonbuurt trachtte nu op hare beurt eenemarkt, eene handelsplaats te worden en werd dat doende nu een vooruit-strevend middelpunt in en voor haar omgeving. Daar echter waar het landbouwbedrijf hoofdzaak bleef, was ditstreven minder groot en w;as de Stadwording meestal te danken aan detusschenkomst van den plaatselijken Heer; zij werdendus Stad meer uit navolging dan wel uit innerlijkendrang en zij zijn dan ook meerendeels stille landstadjesgebleven, of reeds vrij spoedig weder tot den dorps-toestand teruggekeerd. *. Het eerste wat elke j«onge Stad deed, was zichte ommuren, zich te beveiligen; die veiligheid werkteaanlokkend, deed tal van nijveren èn kremers èngrondbezitters zich aldaar to»t poorter opnemen, waar- ,,,,,. , . i . j. Afb. N°. 430. Lansknecht door hare bevolking en haar woningental toenam, zoodat uit de XIVde eeuw_ enkele dier Steden reeds spoedig de vorming eener vóórstad buiten hare ommuiring moesten toelaten, of wel, zich moesten uitleggen. Met die meerdere bevolking en die meerdere en dichter bijeen- 448 DE STAD IN DE XIIIDE EEUW. komende houten woningen, namen echter ook de Stedebranden toe, en dehouten kerk wordt nu vervangen door eene steenen, en reeds spoedigdoor eene in steen overwelfde kerk. Voor de ter markt komenden is een onderdak en bij ziekte een beden hulp noodig en bij de drukste poorten komen in die Steden nu kleineGasthuizen, met haar straks in beteekenis of aantal toenemende; en,naast het e


Size: 1378px × 1813px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture