. De flora van Nederland. Plants. 286 CRUCIFERAE. — FAMILIE Diplotaxis viminea Fig. 335. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op muren, akkers en onbebouwde plaatsen in Westelijk-, Midden- en Zuid-Europa voor. Voor haar geldt wat het voorkomen bij ons betreft, hetzelfde als voor de vorige, ook zij is plaatselijk ingeburgerd, doch veel zeldzamer dan D. tenuifolia. D. viminea ') D. C T w ij g z a n d k o o l (fig. 335). Deze soort gelijkt veel op een lagen vorm van de vorige, doch is geheel onbehaard. De stengels liggen gewoonlijk op den bodem, doch de bloemtros staat rechtop.
. De flora van Nederland. Plants. 286 CRUCIFERAE. — FAMILIE Diplotaxis viminea Fig. 335. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op muren, akkers en onbebouwde plaatsen in Westelijk-, Midden- en Zuid-Europa voor. Voor haar geldt wat het voorkomen bij ons betreft, hetzelfde als voor de vorige, ook zij is plaatselijk ingeburgerd, doch veel zeldzamer dan D. tenuifolia. D. viminea ') D. C T w ij g z a n d k o o l (fig. 335). Deze soort gelijkt veel op een lagen vorm van de vorige, doch is geheel onbehaard. De stengels liggen gewoonlijk op den bodem, doch de bloemtros staat rechtop. Uit den wortel komen namelijk vele stengels, die opstijgend zijn. De bladen staan in een wortelroset, zijn klein, liervormig-vinspjetig tot vindeelig. De bloemen staan in armbioemige trossen, zijn geel en kleiner dan van D. muralis. De bloemstelen zijn bij het open- gaan der bloemen korter dan deze, later zijn zij langer. De kroonbladen zijn langwerpig-omgekeerd eirond, geleidelijk in den nagel versmald. De stijl is kegelvormig, aan den voet samengetrokken. De hauwen staan op ^afstaande stelen en zijn zelf ook af- staand (fig. 335). 1,5-2,5 dM. O. Mei—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op akkers en in wijnbergen in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons is zij bijna alleen als aankomeling langs de rivieren ge- vonden (oude haven te Nijmegen en op een zandplaat in de Waal bij Nijmegen), soms echter ook met zaden aangevoerd (korenlaadplaats te Amsterdam , Rotterdam). 18. Enica-) D. C. E. sativa ^) Lmk. Wilde kool (fig. 336). Uit den penwortel komt een rechtopstaande, vertakte stengel, die los met bladen bezet en vooral van onderen ruw behaard is. De bladen zijn eenigszins dik, liervormig vindeelig met langgerekte, getande, spitse slippen. De bloemen staan in langgerekte, losse trossen , waarin slechts 1—3 bloemen te gelijk bloeien, zij zijn groot, wit of geelachtig met violette aderen. De kelkbladen zijn rechtopstaand, 2 zijn aan den voet een weini
Size: 1412px × 1770px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants