. De flora van Nederland. Plants. 326 — VALERIANACEAE. FAMILIE 107. de bovenste met 5-9 lijnvormig-langwerpige, iets getande slippen, waarvan de eindelingsche grooter is. De bloemen zijn veeltelig, zij hebben een kelkzoom, die eerst slechts een kleine verhevenheid is, doch later uitgroeit tot een vedervormige haarkroon. De bloemkroon der grootere, mannelijke bloemen is meest wit, die der middensoort bloemen en van de kleinste rosé. De mannelijke bloemen vormen lossere bijschermen, de vrouwelijke samengedrongen bijschermen, die een soort tuil vormen (aan den voet der bloemen staan 2 bijna even


. De flora van Nederland. Plants. 326 — VALERIANACEAE. FAMILIE 107. de bovenste met 5-9 lijnvormig-langwerpige, iets getande slippen, waarvan de eindelingsche grooter is. De bloemen zijn veeltelig, zij hebben een kelkzoom, die eerst slechts een kleine verhevenheid is, doch later uitgroeit tot een vedervormige haarkroon. De bloemkroon der grootere, mannelijke bloemen is meest wit, die der middensoort bloemen en van de kleinste rosé. De mannelijke bloemen vormen lossere bijschermen, de vrouwelijke samengedrongen bijschermen, die een soort tuil vormen (aan den voet der bloemen staan 2 bijna even groote lancetvormige schutblaadjes). De stijl is bijna knotsvormig met iets gespleten stempel. De vrucht (fig. 403) is meest kaal, ovaal en bevat een ongelijk zeskantig zaad. 1,5-3 dM. 2].. April, Mei. Biologische bijzonderheden. Daar de manne- lijke bloemen grooter zijn dan de vrouwelijke, steeds het eerst door insecten bezocht, die kruisbe- Aangezien de bloemkroonbuis hoogstens 3 mM lang is, kunnen ook insecten met korte slurven honig krijgen. Op eenzelfde plaats openen zich de stamperbloemen 3 a 5 dagen voor de meeldraadbloemen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt vooral in Midden- en Noord-Europa in vochtige weiden, moerassige bosschen en in duinpannen voor en is bij ons vooral op zandgrond, vrij Valeriana dioica Fig. 403. worden deze bijna stuiving bewerken. 2. Yalerianélla') Trn. Veldsla. Kelkzoom rechtopstaand, blijvend, soms aangroeiend, met 1 of meer tanden of bijna ontbrekend. Bloemkroon met 5 bijna gelijke lobben, met korte buis, zonder spoor of knobbel. Meeldraden 3, geheel vrij. Vrucht met 3 hokjes, waarvan 2 ledig blijven, gekroond door den kelkzoom, zonder haarkroon. Bloemen blauwachtig wit, zeer klein, sommige alleenstaand in de oksels der bovenste gaffeltakken, andere aan den top der takken in opeenge- drongen kleine bijschermen, die van behaarde schutbladen zijn voorzien. Onderste bladen in een roset, omgekeerd eirond, gaaf, de bo


Size: 1452px × 1721px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants