. De flora van Nederland. Plants. Teucrium Scorodonia Fig. 309. De deelvruchtjes T. Scorodonia ') L. W i 1 ei c s a I i e (fig. 309). Deze plant is kortbeliaard. Zij iieeft een würtelstol<, waaruit 1 of meer rechtopstaande stengels komen, die meest bloemdragende takken liebben. De bladen staan vrij ver uiteen, zijn gesteeld, hebben een hartvormigen voet, zijn langwerpig- eirond of langwerpig, stomp, ongelijk gekarteld, rimpelig, van onderen bleekgroen. De bloemen zijn gesteeld, staan alleen en vormen samen lange, eindelingsche, dunne, eenzijdige schijntrossen. De schutblaadjes zijn ruitvorm
. De flora van Nederland. Plants. Teucrium Scorodonia Fig. 309. De deelvruchtjes T. Scorodonia ') L. W i 1 ei c s a I i e (fig. 309). Deze plant is kortbeliaard. Zij iieeft een würtelstol<, waaruit 1 of meer rechtopstaande stengels komen, die meest bloemdragende takken liebben. De bladen staan vrij ver uiteen, zijn gesteeld, hebben een hartvormigen voet, zijn langwerpig- eirond of langwerpig, stomp, ongelijk gekarteld, rimpelig, van onderen bleekgroen. De bloemen zijn gesteeld, staan alleen en vormen samen lange, eindelingsche, dunne, eenzijdige schijntrossen. De schutblaadjes zijn ruitvormig, zeer klein, de bovenste zijn weinig langer dan de bloemsteel. De kelk (fig. 309) is buikig klokvormig, bijna onbehaard , groen , netvormig geaderd , 2-lip- pig, de bovenlip is ongedeeld, breed eirond, kort toegespitst en rugwaarts gebogen, de onderlip heeft 4 kleine tanden. De bloemkroon is lichtgroenachtig geel, de buis is langer dan de kelk, van buiten behaard, de middenlob der 3-lobbige onderlip hangt neer en is iets uitgehold. De helniknopjes zijn violet. zijn glad. 3-6 dM. Ju''- Augustus. Op zonnige standplaatsen is de stengel donkerrood aangeloopen. Biologische bijzonderheden. De kroonbuis is 9-10 mM lang (fig. 310) en vaak wel tot 4 mM met honig gevuld. De helmknopjes en de stempels steken naar buiten uit. De stempels staan eerst achter de helm- knopjes, dus worden de laatste door insecten eerst alleen aangeraakt. Daarna buigen zij zich naar boven en daarna naar achteren, terwijl de stijl naar voren komt, zoodat de zich nu verder openende takken de plaats in- nemen, waar eerst de helmknopjes stonden. Kruisbestuiving is dus vrij zeker. Het zijn vooral bijen, die de bestuiving bewerken. Bij uitblijvend insectenbezoek heeft bij uitzonde- ring zelfbestuiving plaats, doordat soms de stempels de nog met stuifmeel bedekte helmknopjes aanraken. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bosschen en op beschaduwde plaatsen op zandgrond in West- en Midden-Euro
Size: 2041px × 1225px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants