Johannes Damascenus . eid en belezenheid in de schriften zijnervoorgangers moet hel)ben bezeten. Als eene veelomvat-tende anthologie uit de werken der Grieksche kerkvadersblijft het een merkwaardig boek, te meer nog omdat hetfragmenten van oen groot aantal geschriften, die in denloop des tijds zijn verloren geraakt, tot onze kennisheeft gebracht. Hoeveel kleiner ook in omvang dan het vorige werk,zoo geeft toch de brief van Johannes Damasccnus over i) L. e. p. 2150. IiTEïV Z\ CÜ; KTTÖ TÜV -xdb liUWVC; /M IWTVJTTTTOJ Tl^VTCZy- ckvsup/i/j^ou/Jiév/ii. Dit aanvoeren van citaten uit Philo en Josephu


Johannes Damascenus . eid en belezenheid in de schriften zijnervoorgangers moet hel)ben bezeten. Als eene veelomvat-tende anthologie uit de werken der Grieksche kerkvadersblijft het een merkwaardig boek, te meer nog omdat hetfragmenten van oen groot aantal geschriften, die in denloop des tijds zijn verloren geraakt, tot onze kennisheeft gebracht. Hoeveel kleiner ook in omvang dan het vorige werk,zoo geeft toch de brief van Johannes Damasccnus over i) L. e. p. 2150. IiTEïV Z\ CÜ; KTTÖ TÜV -xdb liUWVC; /M IWTVJTTTTOJ Tl^VTCZy- ckvsup/i/j^ou/Jiév/ii. Dit aanvoeren van citaten uit Philo en Josephus luengtIe Qiiien in verleL;enheiil. „Sed aliaqvii, zegt deze in zijne Adm. p. 278,,,negotiuui inihi facesslt, fjuod in iUis ctiaiii ca(iililius , qnac res theolo-gicas edisserunt, Philo7ns identidem et Josephi testimonia öckh, a. a. O. S. 328, nieikt daarop aan, dat Damascenus uit dezeschrijvers aUcen jihiatsen van zedekundigen inlioud .lanhaiilt, maardat is niet üolieel waar. Cf. a Tit. 217 de vasten ) eene niet te verstiiaden bijdrage voor dekennis des Kerkvaders als Moralist. Hier is het we-derom niet de compilator, die aan het woord is, maarde raadsman en vraagbaak zijner geloofsgenooten in hetOosten, met wiens inzichten wij hier kennis maken ^).Men had namelijk het gerucht verspreid, dat hij, in dendestijds gevoerd wordenden strijd over den duur van devasten, zich geschaard zou hebben aan de zijde van hen,die, tegen het kerkelijk gebruik in, dien tijd op acht wekenbepaald wilden zien, en zekere monnik, Cometa geheeten,had inlichtingen van hem zoeken in te winnen, of dat ge-rucht waarheid bevatte of niet 3). De Kerkvader antwoorddedaarop, dat hij zelf wel de zevenweeksche vasten voor-stond, maar dat het hem leed deed, dat deze twist zoohoog was opgedreven, en dat hij daarom de partij, diezich, evenals hij, aan dit vastgesteld kerkelijk gebruik wildehouden, had bezworen, ter wille van zulke dingen toch nietden vre:le der Kerk te verstoren, ter


Size: 2303px × 1085px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, bookidjohannesdama, bookyear1876