. De flora van Nederland. Plants. 332 â CISTACEAE. â FAMILIE 43. Familie 43. Cistaceae Dun. Zon nekruidachtigen. Heesters, zelden kruidachtige planten met tegenoverstaande, kransstandige of verspreid staande bladen, die soms steunbladen hebben. Bloemen 2- slachtig, regelmatig. Kelk onderstandig, blijvend, de 2 buitenste bladen zijn kleiner of ontbreken, de 3 binnenste zijn grooter, in den knop gedraaid. Kroonbladen 5, spoedig afvallend, in den knop in tegengestelde richting van de kelkbladen gedraaid. Meeldraden talrijk, vrij. Vruchtbeginsel 1-hokkig met 3 of meer wandstandige zaadlijsten, zel


. De flora van Nederland. Plants. 332 â CISTACEAE. â FAMILIE 43. Familie 43. Cistaceae Dun. Zon nekruidachtigen. Heesters, zelden kruidachtige planten met tegenoverstaande, kransstandige of verspreid staande bladen, die soms steunbladen hebben. Bloemen 2- slachtig, regelmatig. Kelk onderstandig, blijvend, de 2 buitenste bladen zijn kleiner of ontbreken, de 3 binnenste zijn grooter, in den knop gedraaid. Kroonbladen 5, spoedig afvallend, in den knop in tegengestelde richting van de kelkbladen gedraaid. Meeldraden talrijk, vrij. Vruchtbeginsel 1-hokkig met 3 of meer wandstandige zaadlijsten, zelden meerhokkig, met 1 stijl en stempel. Eitjes talrijk. De vrucht springt met 3 kleppen hokverbrekend open. De zaden zijn lang gesteeld. De kiem is meest gekromd, met melig kiemwit. 1. Helianthemum') Trn. Zonneroosje. Kelkbladen 5, de 2 buitenste kleiner. Meeldraden alle vruchtbaar. Stijl recht of knievormig gebogen. Stempel met 3 weinig opvallende lobben. Doosvrucht 1-hokkig of door het naar binnenspringen der zaadlijsten on- volkomen 2-3-hokkig, zich met 2â3 kleppen openend. Bloemen geel, wit of rood, in naar eene zijde gekeerde trossen, die eerst min of meer spiraalvormig opgerold zijn. Bloemstelen na den bloeitijd meest teruggekromd. Bladen tegenoverstaand of verspreid, met of zonder steunbladen. Kruid- achtige of iets houtige planten met een min of meer aromatischen geur. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Hel ian themum. A. Stengel kruidachtig, rechtopstaand of opstijgend. Stijl bijna ontbrekend, ^noorste bladen met steunbladen. Tros zonder schutbladen. Kelkbladen ruw behaard. Vrucht- stelen horizontaal afstaand H. gattatam blz. 332. B. Stengel half heesterachtig, liggend of opstijgend. Stijl lang, knievormig gebogen. Bladen alle met steunbladen. Tros met schutbladen. Kelkbladen nauwelijks behaard. Vruchtstelen teruggekromd H. Chamaecistus blz. 333. H. guttatum â ^) Mill. Gevlekt zonneroosje (fig. 398). Uit den penwortel komt een kruidachtige, du


Size: 1420px × 1761px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants