. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 120 stoelende kruidachtige plant met een dikwijls meer dan drie meter hoogen schijnstam van om elkander heen gerolde blad- scheeden en groote, oorspronkeHjk gaafrandige, echter zeer ge- makkelijk inscheurende bladeren met een eigenaardige nervatuur, een dikke middennerf en zeer talrijke evenwijdige zijnerven. De plant heeft een knolvormigen wortelstok waaruit zich telkens nieuwe spruiten ontwikkelen. Wanneer een pisangstam bloeien gaat, ontstaat een zeer lange bloemstengel die tusschen de in elkaar gerolde bladscheeden doorgroe


. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 120 stoelende kruidachtige plant met een dikwijls meer dan drie meter hoogen schijnstam van om elkander heen gerolde blad- scheeden en groote, oorspronkeHjk gaafrandige, echter zeer ge- makkelijk inscheurende bladeren met een eigenaardige nervatuur, een dikke middennerf en zeer talrijke evenwijdige zijnerven. De plant heeft een knolvormigen wortelstok waaruit zich telkens nieuwe spruiten ontwikkelen. Wanneer een pisangstam bloeien gaat, ontstaat een zeer lange bloemstengel die tusschen de in elkaar gerolde bladscheeden doorgroeit en pas aan den top van den schijnstam te voorschijn treedt. Aan dezen bloemstengel ontwikkelt zich een eigenaardige gelede bloeikolf met zeer talrijke groote schutbladeren en in den oksel van ieder schutblad een dubbele rij bloemen. Aan het topeinde van de kolf zetten de bloemen geen vrucht. De bloem heeft een onderstandig vruchtbeginsel met langen stijl en knop- vormigen stempel en een zestallig sym- metrisch, tweelippig, geelachtigwit ge- kleurd bloemdek. Zooals uit het in fig. 144- geteekende diagram te zien is, ontstaat de onderlip uit de ver- groeiing van twee blaadjes van den bin- nensten met de drie blaadjes van den buitensten krans, de vrije bovenlip is het derde blaadje van den binnensten krans. Er zijn vijf meeldraden, de zesde, die voor de bovenlip moest staan, ontbreekt. De talrijke verwanten van de pisang zijn bijna alle groote kruidachtige planten met wortelstokken of knollen, bladeren met sterk ontwikkelde bladscheeden en met een overeenkomstige nervatuur als bij de pisang en eigenaardig gebouwde symme- trische of onregelmatige bloemen met een onderstandig vrucht- beginsel, twee kransen van drie bloemdekblaadjes en gedeeltelijk bloembladachtig vervormde meeldraden. Soms worden al deze planten tot één familie samengevat maar gewoonlijk groepeert men ze in vier families die dan echter als na met elkander verwant tot een groep worden vereenigd. Deze vier famil


Size: 1759px × 1421px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectplants, bookyear1923