. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. ORCHIDACEAE. 581 zijn lancetvormiR, toegespitst, 1-nerviK, korter dan het vriichtbeginsel. De bloemen zijn vrij klein en rieken onaanRenaam. De bovenste bloemdekbladen neigen helmachtiK samen, de buitenste zijn eirond tot eirond-lancctvormijj, in het onderste deel iets met elkaar samen- gekleefd, lichtgroen, aan de randen iets violet of bruin, de zijdelingsche binnenste zijn rechtopstaand, lijnvormig, iets stomp, grocnachtig, bijna zoo lang als de buitenste. De lip is ongespoord, langer dan het vruchtbeginsel, 3- lobbig, lichtgroen, vaak roodachtig


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. ORCHIDACEAE. 581 zijn lancetvormiR, toegespitst, 1-nerviK, korter dan het vriichtbeginsel. De bloemen zijn vrij klein en rieken onaanRenaam. De bovenste bloemdekbladen neigen helmachtiK samen, de buitenste zijn eirond tot eirond-lancctvormijj, in het onderste deel iets met elkaar samen- gekleefd, lichtgroen, aan de randen iets violet of bruin, de zijdelingsche binnenste zijn rechtopstaand, lijnvormig, iets stomp, grocnachtig, bijna zoo lang als de buitenste. De lip is ongespoord, langer dan het vruchtbeginsel, 3- lobbig, lichtgroen, vaak roodachtig aangeloopen, vlak, glad, naar beneden gebogen, dubbel zoo lang als of nog langer dan de overige bloemdekbladen. Zij is aan den voet voorzien van 2 glanzende, vvitachtige, duidelijk ge- scheiden knobbels en van boven vrij dicht met fijne papillen bezet. Zij heeft zeer smalle, spitse, lijnvormige zijlobben en een smal lijnvormige, min of meer naar buiten gebogen middenlob, die bijna tot het midden in 2 slippen is ge- spleten, die op de zijlobben gelijken, maar iets kleiner zijn. Tusschen de laatste zit vaak een klein, draadvormig puntje. Het geheel der lip bootst een hangend mensch na, de hoogere zijslippen zijn de armen, de lagere de beenen. Het heimknopje is geheel met de stempeizuil vergroeid. Het uitsteeksel van het snaveltje is kegelvormig. De stuifmeelklompjes loopen ieder in een staartje uit, de hechtklierties aan deze zijn vergroeid en in een eenhokkig beursje opgesloten. Het vruchtbeginsel is verlengd, lijn- vormig, gedraaid, korter dan de lip. '^. 10-40 cM. April—Juni. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij de Orchissoorten. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa op zonnige heuvels en in lichte bosschen, het meest op kalk- grond voor. Zij is vroeger bij ons in Zuid-Limburg Aceras anthropophora Fig. 527. a bloem. 3. Himaiitho^Iössum ^) Spr. H. hircinum -) Spr. Bokken


Size: 1149px × 2176px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants