. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uitgedrukt in zinnebeelden . hebben ,en geenfins zo gedurig, geftadig en iUndvaftig Uzijn bygebleven met al ons herte, gedachten en krachten, als hetons wel betaamd had 5 en zo uwe ftaudvafHge liefde onsniet eerft was voorgekomen; en ons weder opgezocht entot U geroepen had, wie weet waar wy niet toe gekomenzouden zijn. Ach ƒ dat dit afwijken, en deze onze onftandvaftigheiddoch eenmaal ophoude,door uwe genade ! Want dan zul-len wy eerft weten,wat goederen Gy weggelegt hebt vooruwe vrienden, als wy U gedurig en ftandvaftig aanhan-gen , om dat G
. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uitgedrukt in zinnebeelden . hebben ,en geenfins zo gedurig, geftadig en iUndvaftig Uzijn bygebleven met al ons herte, gedachten en krachten, als hetons wel betaamd had 5 en zo uwe ftaudvafHge liefde onsniet eerft was voorgekomen; en ons weder opgezocht entot U geroepen had, wie weet waar wy niet toe gekomenzouden zijn. Ach ƒ dat dit afwijken, en deze onze onftandvaftigheiddoch eenmaal ophoude,door uwe genade ! Want dan zul-len wy eerft weten,wat goederen Gy weggelegt hebt vooruwe vrienden, als wy U gedurig en ftandvaftig aanhan-gen , om dat Gy ze ons dan als getrouwe en bemindezult deelachtig maken. O Hecre! geef ons toch een diepen indruk van uw*heilige tegenwoordigheid, op dat die ons gedurig in onsfeerte vaft zette, en ons alleonoplcttclijkhdd ,ongdta-digheid en onitandvaftigheid beneme, en brenge tot eendiepe aandacht, opmerkelijkheid, eenparigheid en vol-herdinge, ter eere uwes groten en heiligen Naams, doorJefus Chriftus, Amen. %\m 3* T)eIe£infdtnv*nGodsKênwkr Hcht ontzegen». Miud dargj hek, op dit niemand uw ^rene en neme. Apoc. MI. Ah nu Jefchurm vet wieri, tyfloeg hy achter uit, en hy lietGod varen, du hem gemaakt heeft, en verfmadi de Hêtfteén #j-wshtik. :. ivdatMenfch. $^ Hos nodig bet ü,gedurig na den Tip der EvangzïifcbcVolmaaktheid te ftreven. Stem: Pfalm 8. Of: Een Kjopnan ik, (: Indien dz hoop en *t vurige verlangen. 1 ü En ecdle ziel, beluft om God te vinden,•*-* Moet zig veel moeit en arbeid onderwinden ;Niet anders, als hy die een zware Steen,Ten Topwaarts rolt,eens hogen heuvels heen. 2 De zware laft, en ftaag dus op te ftijgen,Doet menigmaal hem na ztjn adem hijgen. De zware laft, van t laftig vleefch en bloed,Dei Klimmers geeft fomtijds wéér deinzen doet. 3 Maar, Klimmer, ach! den Steen te rollen laten,Dus hoog gebracht, wat zal u t rollen baten ? Zo gy hem niet zo hoge rold en drijft,Tot hy op t Vlakk van zelf ft il leggen blijft. 4 Wat zal het zijn, al rold gy du
Size: 1470px × 1699px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1680, bookiddebeginse, booksubjectemblems, bookyear1689