. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. as; als dan werden houtkolen en keersen om te bernen, upterStathues gebracht en matte om op te sittcn, en vermaakte soms de tinen-meystcr eerst het Stadstin. Blijkens de rekeningen van den Heer van Blois, ging deze elk jaartegen Pinksteren van zijn kasteel te Schoonhoven, met een gevolgvan 20 tot 30 personen te peerde naar Gouda, om aldaar als heer dierStad, deel te nemen aan het schieten naar den papagaai, alsdan de scuttenmet wien hij maaltiid hield onthalend en die hem tevoren altijd eennieuwe „scutroc vereerden; dat papaga


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. as; als dan werden houtkolen en keersen om te bernen, upterStathues gebracht en matte om op te sittcn, en vermaakte soms de tinen-meystcr eerst het Stadstin. Blijkens de rekeningen van den Heer van Blois, ging deze elk jaartegen Pinksteren van zijn kasteel te Schoonhoven, met een gevolgvan 20 tot 30 personen te peerde naar Gouda, om aldaar als heer dierStad, deel te nemen aan het schieten naar den papagaai, alsdan de scuttenmet wien hij maaltiid hield onthalend en die hem tevoren altijd eennieuwe „scutroc vereerden; dat papagaai schieten was toen bijna overalgebruikelijk, wij zien Aelbrecht van Beyeren daaraan deelnemen in dieHaghe en Jacoba van Beyeren in Goes. De Stad in de XVde eeuw. De XVde eeuwr bracht grooten handelsbloei en welvaart, en was tevenseene eeuw vol „goede werken; in bijna alle Steden verrezen nu grootschekerkgebouwen, tal van kapellen en Godshuizen; nimmer is er te onzentop kerkelijk gebied zóó veel en zóó rijk gebouwd als toen. DE STAD IN DE XVDE EEUW 4f»M. De hervorming in het godsdienstig leven, de nieuwe devotie, tegenhet einde der vóórgaande eeuw, door Geert Groote en zijn volgelingen 460 DE STAD IX DE XVDE EEUW. begonnen, deed in vele Steden nieuwe kloosterstichtingen verrijzen, wieraantal soms al te bezwarend werd, zoodat men er soms tegen in verzet bouwkunst bereikte toen haar hoogsten bloei; meesteresse overde stof en den vorm, wist zij te toovcren bijna; trouwens de kunst wastoen gemeengoed, allen, zoowel de beeldsnijder als de schrijnwerker,zoowel de meester steenhouwer als de timmerman, zoowel de koperslagerals de maelre, beschikten, elk in zijn vak over de vereischte vaardigheid,en hadden gevoel voor vorm, kleur en smaak tevens. Alles wat men toen bouwde bezat karakter, had of was iets bijzonders;het kostte toen geen moeite, geen inspanning iets goeds te leveren, menkon niet anders, het ging als van nature, als van zelf, even gemakkelijkals de roz


Size: 1373px × 1819px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture