. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . nen gedood te worden 5 dewyle zy lafteren het geenezy niet en verftaan, zullen in haar e verdor^ventheidverdorven worden: En zullen verkrygen den loon der ongerechtig-heid 5 als die de dagelykfe weelde \_haar] vermaakachten , zynde vlekken en [metten , en zyn weel-drig in haar e bedriegeryen, als zy in de maaltydenmet u zyn. Judas vers 10,11,12. 4! Maar deze het geene zy niet en weet en 5 dat lafte*ren zy: en het geene zy natuurlyk , al


. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . nen gedood te worden 5 dewyle zy lafteren het geenezy niet en verftaan, zullen in haar e verdor^ventheidverdorven worden: En zullen verkrygen den loon der ongerechtig-heid 5 als die de dagelykfe weelde \_haar] vermaakachten , zynde vlekken en [metten , en zyn weel-drig in haar e bedriegeryen, als zy in de maaltydenmet u zyn. Judas vers 10,11,12. 4! Maar deze het geene zy niet en weet en 5 dat lafte*ren zy: en het geene zy natuurlyk , als de onrede-lyke dieren, weeten, in het zelve verderven zyhaar. lFee haar , want zy zyn den weg Kains inge-gaan 5 en door de verleidinge des loons Balaams heenen geftort, en zyn door de tegenfpreekingeCore vergaan. Deze zyn vlekken in uwe liefde maaltyden, [jn]als zy met u ter maaltyd zyn, weiden zy haar zei-ven zonder vreeze: zy zyn waterloozc wolken, dievan de winden ommegedreeven worden; zy zyn alshoornen in V afgaan van den herfft, onvruchtbaar,tweemaal verftorven, \eré\ ontwortelt. Na De i86 Db B Y K O R F De kalk oven. Myd wat te mydcn De Zoone des MenfcheH Zal zyne Engelen uitzendeit ^€H zy zullen uit zyn Komngryk vergaderen alle de erger-nijfe» , en de ge ene die de ongerechtigheid doen: En zul-ien dezelve in den vuurigen oven werpen: daar zal wee-Tjinie zy» en knerfmge der tanden, Matth: XIII: 41,42. iVai D E s G E M o E D S. 187 ti^at zich van verre vreeslyk toond^Maak, dat zich elk daar van verfchoond. jlJxq deze Oven branden ziet,In zyne naadVing en gcnaaken. Heeft door de vreezc geen hem die vlammen zullen Daar is voor hem een weg Maar die een Oven zal ontmoeten,Wiens open deur een ingang zy, Voor t wandelen van zyne voeten 5I Daar zal het flecht gefchapen Haan,Wyl deze Oven is gelegen, Vlak op de weg die hy komt gaan,Dat zonder eenige | ó Wee ! ó wach ! van zulk een ftaat!I Nochtans, ftaat dat geval te k


Size: 1628px × 1535px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblems, bookyear1711