. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . oed des bloeds gehad hadde^ En veel geleeden hadde van veele jnedicyntneeflers^ en alle het haar e [ daar aan ] tekofle geleid^ en gten haat e gevonden hadde ^waar met welke het veel eer erger , [ Deeze ] van Jezus hoorende^ kwam on-der de fchaare van agteren^ en raakte zynkleed aan, lVant zy zeide^ indien ik maar zyn klee-deren mag aanraaken^ ik zal gezond wor-den. En terfïond is de fonteine haares bloedsopgedroogd^ en zy gevoelde aan haar lighaam^dat zy van die kwaaie geneezen was. En terfïond Jezus bekennende in hem zelvende krag


. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . oed des bloeds gehad hadde^ En veel geleeden hadde van veele jnedicyntneeflers^ en alle het haar e [ daar aan ] tekofle geleid^ en gten haat e gevonden hadde ^waar met welke het veel eer erger , [ Deeze ] van Jezus hoorende^ kwam on-der de fchaare van agteren^ en raakte zynkleed aan, lVant zy zeide^ indien ik maar zyn klee-deren mag aanraaken^ ik zal gezond wor-den. En terfïond is de fonteine haares bloedsopgedroogd^ en zy gevoelde aan haar lighaam^dat zy van die kwaaie geneezen was. En terfïond Jezus bekennende in hem zelvende kragt,, die van hem uitgegaan was^ keerdehem om in de fchaare^ en zeide^ wie heeftmyne kleederen aangeraakt? En zyne difcipelen zeiden tot hem, gy zietdat de fchaare u verdringt,, en zegt gy^ wisheeft my aangeraakt? En hy zag mntom^ om haar te zien^ diedat gedaan badde. En de Vrouwe vreezende en beevende^ wee-tendc wat aan haar gefchied was,, kwam enviel voor hem neder ^ en zeide hem alle dewaarheid. De Ï40 Het OVERVLOEIJEND Trouwe i^ zal zyne Kudde weiden gelyk een Her-der: hy zal de Lammerkens in zyne armenvergaderen ^ en in zynen fcboot draagen: zal hy zagtkens leiden. Jefa:XL. v. 11. Op H E R T E. 141 Op Figuur ^e trouwe Herder pall in t c leeven voor zyn fchaapjes field. Ps: XXIII. JL/<? HE ERE is myn Herder ^ my zal niets onthreeken, Hy doet my nederllggen in grazige weiden;Hy voerd my zagtkens aan zeer fiille wateren. Hy verkzvikt myn e ziele; Hy leid 7ny in Vfpoor der geregtlgheld^ om zyns naams wille. Al ging ik ook in een dal der fcbaduwedes doods, ik zoude geen kvjaad vreezen, wantgy zyt 7net ray, uw pok en uw paf vertroos-ten my, Gy richt de tafel toe voor myn aangezigte ^tegen over myne te genparty der s; gy maaktmyn hoofd vet met oly^ myn beker is overvloeijende. Immers zullen my het goede en de welda-digheid volgen alle de dagen mynes Ie evens:en ik zal in het huis des HE EREN hly-ven in lengte van dagen. Joan: X. vers


Size: 1470px × 1700px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan164, booksubjectemblems, booksubjectmysticism