. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. â ROSACEAE. â 545 op zandgrond voor in Denemarken, Zuid-Skandinavië, op de Britsche eilanden, in Noord- en Noordwest-Frankrijk en in de Noord-Duitsche laag- vlakte. Bij ons is zij ook vrij vaak gevonden. R. opacus 'j Focke. Deze soort is verwant aan R. plicatiis. doch krachtiger. Ook is het topblaadje hartvormig- eirond, geleidelijk lang toegespitst en zijn de buitenste blaadjes kortgesteeld. De kroon- bladen hebben een naar boven gebogen plaat. \>. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt in Noordwest-Duitschland en in
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. â ROSACEAE. â 545 op zandgrond voor in Denemarken, Zuid-Skandinavië, op de Britsche eilanden, in Noord- en Noordwest-Frankrijk en in de Noord-Duitsche laag- vlakte. Bij ons is zij ook vrij vaak gevonden. R. opacus 'j Focke. Deze soort is verwant aan R. plicatiis. doch krachtiger. Ook is het topblaadje hartvormig- eirond, geleidelijk lang toegespitst en zijn de buitenste blaadjes kortgesteeld. De kroon- bladen hebben een naar boven gebogen plaat. \>. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt in Noordwest-Duitschland en in België in struikgewas en in heggen op zandgrond voor. Zij is bij ons nog niet waar- genomen. R. ammóbius -' Focke. Deze plant is verwant aan R. plicatus, doch de blaadjes zijn scherp onge- lijk fijn gezaagd en het topblaadje is breed hartvormig-eirond. K Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt verspreid in Noordwest-Duitschland voor en is ook bij ons eenige malen gevonden. R. sulcatus â ) Vest. (Fig. 653). Deze plant heeft krachtige stekels. De bladen hebben lijn-lancetvormige steunbladen en het topblaadje is hartvormig-eirond, in een slanke spits uitloopend, de buitenste blaadjes zijn duidelijk gesteeld. De bloeiwijze is vrij lang. De meeldraden steken eerst boven de stijlen uit. h Loten 1,5-3 M lang. Juni, Juli. De vruchten zijn in Augustus, Septem- ber rijp. Door de grootte der geheele plant en der bloei- wijzen, vooral echter door de stekels, de gesteelde buitenste blaadjes en de vruchten, is de plant van R. suberectus te onderscheiden, waarop zij in bladvorm en in den bouw der bloemen gelijkt. Van R. plicatus wijkt zij in alle organen af, het gemakkelijkst is zij er van te onderscheiden door den bladvorm, de langere meeldraden en verder door de langere steekjes der buitenste blaadjes en de meerdere grootte van alle deelen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt verspreid in de Noord-Duitsche laagvlakte voor, verder in Zuidelijk-Zwede
Size: 1399px × 1785px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants