. De flora van Nederland. Plants. 214 — RANUNCULACEAE. FAMILIE Helleborus fcetidus Fig. 254. vertakt, doch naar boven komen uit de oksels der bladen vele takken, zij zijn naar boven klierachtig. De bladen van het wortelroset zijn zeer groot, langgesteeld, tamelijk duidelijk voetvormig, blijven "s winters over en bestaan uit 7-9 smal lancet- vormige, gezaagde, van boven donkergroene slippen. De stengelbladen zijn kleiner, doch van denzelfden vorm als de wortelbladen. De hoogere bladen hebben scheedevor- mige bladstelen, de bovenste gaan in schutblaadjes over, die eerst aan den top nog


. De flora van Nederland. Plants. 214 — RANUNCULACEAE. FAMILIE Helleborus fcetidus Fig. 254. vertakt, doch naar boven komen uit de oksels der bladen vele takken, zij zijn naar boven klierachtig. De bladen van het wortelroset zijn zeer groot, langgesteeld, tamelijk duidelijk voetvormig, blijven "s winters over en bestaan uit 7-9 smal lancet- vormige, gezaagde, van boven donkergroene slippen. De stengelbladen zijn kleiner, doch van denzelfden vorm als de wortelbladen. De hoogere bladen hebben scheedevor- mige bladstelen, de bovenste gaan in schutblaadjes over, die eerst aan den top nog eenige slipjes bezitten, doch geheel boven worden ze gaafrandig, eirond, geelgroen. De kelkbladen zijn hol, neigen klokvormig samen en zijn groenachtig met purperkleurigen rand. De kroon- bladen (honigbakjes) zijn onduidelijk lippig, naar den voet versmald. Stampers zijn er meestal 3-5, zij zijn met het onderste '', deel vergroeid en dragen priemvormige stijlen. De kokervruchten zijn langwerpig opgeblazen, zacht be- haard. 30-45 cM. ^. Maart, April. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in het wild voor in het gebied der Westelijke Alpen in de bergbosschen. Bij ons is zij alleen gevonden op het huis te Bronkhorst aan den IJsel en is daar zeker een verwilderde sierplant, aangezien de plant om haar prachtig pyramidaal uiterlijk en de groote pluimen van bloemen nog al eens ge- kweekt wordt. 12. Nigélla 'j L. Ni ge 11 e. Dit geslacht onderscheidt zich van de vorige , doordat de kroonbladen ook wel klein zijn , doch plat en 2-lippig en in een nagel uitloopen, waarop een bedekt honiggroefje ligt. De kelk is regelmatig, 5-bladig, bloemkroon- achtig gekleurd. De vruchtjes zijn min of meer met elkaar vergroeid en langgesnaveld, de zaden liggen er in 2 rijen in. De bloemen zijn alleen- staand. De bladen zijn 2-3-voudig vindeelig met lijnvormige slippen. Tabel tot het determineeren der soorten van N i g e 11 a. k. Nagels der kroonbladen even lang als de plaat. Helmknopjes


Size: 1448px × 1725px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants