. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 94. — SCROPHULARIACEAE. 131. Verbascum sinuatum Fig. 157. pluim vormen. De bloemstelen zijn evenlan^ als of langer dan de kleine kelk (3-4 niM). De blocmkroon heeft een vlakken zoom. De helmdraden zijn violet behaard en hebben overdwars ;,ij:cnde heimknopjcs. De doosvrucht is klein, lanywcrpiR, behaard, langer dan de kelk (fig. 156). 'O en 2^. 4-10 dM. Juni—September. De plant komt, wat de meeldraden betreft, meer met V. nij^rum overeen, doch in de i;eheele wijze van «roei meer met V. Lychnitis. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 94. — SCROPHULARIACEAE. 131. Verbascum sinuatum Fig. 157. pluim vormen. De bloemstelen zijn evenlan^ als of langer dan de kleine kelk (3-4 niM). De blocmkroon heeft een vlakken zoom. De helmdraden zijn violet behaard en hebben overdwars ;,ij:cnde heimknopjcs. De doosvrucht is klein, lanywcrpiR, behaard, langer dan de kelk (fig. 156). 'O en 2^. 4-10 dM. Juni—September. De plant komt, wat de meeldraden betreft, meer met V. nij^rum overeen, doch in de i;eheele wijze van «roei meer met V. Lychnitis. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Huropa voor op droge en dorre plaatsen op kalkbergen. De plant is bij Moergestel aangevoerd waargenomen. V. sinualum I) L. Gegolfde toorts (fig. 157). De plant is bedekt met een kort, wit- of geelachtig, ten slotte afvallend vilt. De stengel is krachtig, rond. De bladen zijn viltig, de onderste zijn langwerpig-lancetvor- mig, zeer kortgesteeld, bochtig gelobd tot vinspletig en gegolfd, de overige zittend en een weinig afloopend met hartvormigen voet, gekarteld. De bloemen zijn geel, vrij klein (15-20niM breed), alleen- staand of in kleine hoopjes, kortgesteeld, in de oksels van kleine, eironde schutbladen, een groote pluim vor- mend. De bloemstelen zijn korter dan de kleine kelk (3-4 niM). De blocmkroon is stervormig met vlakken zoom. De meeldraden zijn gelijk, alle helmdraden zijn met violette wol bekleed, de helmknopjes zijn overdwars ingeplant. De doosvrucht is bijna bolrond, weinig langer dan de kelk (fig. 157). 0^. 5-20 dM. Juni—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in de streek der Middellandsche Zee op onbebouwde plaatsen voor. Zij is op een klaverveld bij Apeldoorn, bemest met afval van sumac, uit Palermo afkomstig, aangevoerd. V. Blattaria-) L Mot ten kruid (fig. 158). Deze plant is beneden kaal, naar boven klierachtig behaard. De stengel is vrij dun, al of niet vertakt, beneden diciit be- bladerd, boven zwak kantig. De b


Size: 1448px × 1725px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants