. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. van YSLAND. Si lading leggen, worden dezelve op de te voren gemelde wy. ze met honden te zamen gedreven, in tegenwoordigheid van alle de rechters, op dat gekyf en twift ver
. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. van YSLAND. Si lading leggen, worden dezelve op de te voren gemelde wy. ze met honden te zamen gedreven, in tegenwoordigheid van alle de rechters, op dat gekyf en twift verhoed, en nie- mand bevoordeelt mogte worden,en ook een ieder vergunt, de zynen, volgens zyn merkteken, naar zich te nemen, In de magen der geflagte Schapen vind men niet zelden een Wac ia ronde Kogel, ter grote van een kaatsbal, die inwendig methunne wol, mos en diergelyken gevult, en uitwendig door een licht-!ai graauw flymeng taay of hard vlies of huid omgeven is; waarvan word. ik ene uit Noorwegen onder den naam van Tophus Ovinus Nor* wagtcusm myne verzameling bezitte. Die kogel omftaat on- getwyffeit uit de wol en andere onverteerbare dingen , die de Schapen zomwylen uit groten honger inzweigen , en word eensdeels door de geftadige fchokking der maag, die, gètt bekent is , door hare kruiswyze over den andere leggende vliesjes onophoudelyk heen en weder bewogen word, zamen gerolt , geperft , gewentelt , en m een kogelachtige geftake gebragt, en anderdeels, als 'er gefïadig meer hairen bykomen door de maagflym allengs verbonden, vergroot en eindelyk met de hartachtige huid omgeven (y). §. XXiX. Glit en konnen alhier niet gehouden worden, Geiten vermits hun het zo zeer geliefde loof van ftruiken en jonge zynhier bomen t'enemaal ontbreekt. mez- J. XXX Ossen en Koeyen vallen niet groter dan het kleinftDe™ren geettvee in Duitiland; hebben , gelyk bereids gezegt is g;e-eRKoe' ne Hoornen, en genieten alleen het voorrecht, door de huis kfehf^i l/eden in den winter mede onder 't
Size: 834px × 2997px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea