. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. e schubben), m roetoesèwoe (duizend insectjes), këmbang pépé, () oetjën g-o e t j ë n g a n (als de o e t j ë n g, eenkleine riviervisch, of: als oetjëng-oetjëng = de pit van een lamp), oelër-oelërran, (alsslangen), këmbang tjëngkèh (kruidnagelbloem), këmbang djati, (2) këmbang dj ë-roek, (3) këmbang lombok, (4) plënta-plënti (het opgezet zijn, het bol staan), tëboesakërët (een geleding riet), tritis (de drup), andan-andan (lang golvend hoofdhaar),grompol (als een soort oorsieraden), tjantèl (haak-figuur), srimpëd (als verward touw),gionl?


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. e schubben), m roetoesèwoe (duizend insectjes), këmbang pépé, () oetjën g-o e t j ë n g a n (als de o e t j ë n g, eenkleine riviervisch, of: als oetjëng-oetjëng = de pit van een lamp), oelër-oelërran, (alsslangen), këmbang tjëngkèh (kruidnagelbloem), këmbang djati, (2) këmbang dj ë-roek, (3) këmbang lombok, (4) plënta-plënti (het opgezet zijn, het bol staan), tëboesakërët (een geleding riet), tritis (de drup), andan-andan (lang golvend hoofdhaar),grompol (als een soort oorsieraden), tjantèl (haak-figuur), srimpëd (als verward touw),gionl?), bandji, (swastika-figuur), liris, (zacht zooals van een regentje, oedan liris)oetër, (als ronde schijven of knoopsgaten), rawan, (als kleine vijvers), hèrangan als hetdriehoekige vlechtwerk onder den nok van een dak), oepan oepan (als rijstkorrels), mang-garran (als de bloesem van den kokosboom), blarak sahirit (een stuk oud klapperblad),srawéjan (als in snoeren hangend), këmbang tiba (als vallende bloemen), tapak dara. Fig. 38. Het : het ngisèni (het teekenen der opvulpatronen). Rechts : het nèmbokki (het bedekken). (als de poot-indrukken van een duif), mata dëroek (duiven-oogen), ada-ada (als stengels), ramboettan (als haren), këmbang krokot(5), sawat (algemeene benaming voor een batiksel). Ziedaar de voornaamste isèn-ornamentjes, welke in gebruik zijn. Heeft het aanbrengen van deze kleine figuurtjes, tot verduidelijking van details, aan één zijde van den doek plaats gehad, dan worden zij ook aan de andere zijde nagetrokken. Uit het een en ander blijkt reeds voldoende, dat de batikteekening aan beide kanten van een (*) Këmbang pépé is de bloem van de OxjStelma esculentum R. Br. behoorende tot de Asclepiadaceae. (-) Këmbang djati is de bloem van den djatiboom, den Tectona grandis L. f., behoorende tot de Verbe- naceae. (3) Këmbang djêroek is de bloem van den djëroek, een Citrus soort. (4) Këmbang lombok is de bloem


Size: 1986px × 1259px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912