Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China : waar in de gedenkwaerdigste geschiedenissen, die onder het reizen door de Sineesche landtschappen, Quantung, Kiangsi, Nanking, Xantung en Peking, en aan het keizerlyke hof te Peking, zedert den jaare 1655 tot 1657 zyn voorgevallen, op het bondigste verhandelt worden : beneffens een naauwkeurige beschryvinge der Sineesche steden, dorpen, regeering, weetenschappen, handwerken, zeden, godsdiensten, gebouwen, drachten, scheepen, bergen, gewaffen, dieren, &cen oorlog


Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China : waar in de gedenkwaerdigste geschiedenissen, die onder het reizen door de Sineesche landtschappen, Quantung, Kiangsi, Nanking, Xantung en Peking, en aan het keizerlyke hof te Peking, zedert den jaare 1655 tot 1657 zyn voorgevallen, op het bondigste verhandelt worden : beneffens een naauwkeurige beschryvinge der Sineesche steden, dorpen, regeering, weetenschappen, handwerken, zeden, godsdiensten, gebouwen, drachten, scheepen, bergen, gewaffen, dieren, &cen oorlogen tegen de Tarters : verçiert met over de 150 afbeeldtsels, na 't leven in Sina . minfteTarters, als lyf-eigen flaven, ten dienfte ftaan; en wor-den , zonder aanfchouw van jonge ofoudeperfoonen, erger als heeften, inde trek-lyn gefpannen, om hun Vaar-tuigh tegen ftroom de Revier op tetrekken. Dikwils zyn de trek-wegen,die zy langs den oever gemaakt heb-ben, zoo eng, oneffen en fteil, datze,by aldienze daar af quamen te fchieten,gevaar zouden loopen van den hals tebreeken. Dikwils trekkenze ook totden middel toe in t water, daar in zyevenwel weinigh verfchoont worden,maar moeten met het natte lyf al hy-gende en zwoegende voort ; der ma-ten datze dikwils den geeft geven, enin de lyn neder zygen. En gebeurtetdat iemant door flaauwhertigheit viat tetraag in t trekken valt, en zyne krach-ten hem bezwyken , daar zit terftondteen Tarter (die in een paar dikke engrove Laerzcn fteekt) achter her, entouwter met een ftuk houts, zondereenigh meêdoogen, luftighop. En hoemen hooger op komt , hoe deze armeraenfchen dezen ramp meerder onder-, H wor- jS Gezandtschap aam dmGrooten. •ii worpen zyn; maar nergens wordenzeellendiger geplaagt, als in het volgen-de gevaarlyke en fleile Gebergte vanSang-won-hab i waarom hier ook mif-fchien gecne menfchen willen of dur-ven woonen: want wy zagen daar al-leen maar een arm Dorpje , dat zoocllendigh geftelt was, dat et hierom al-leen aanmerkens-waerd


Size: 1989px × 1256px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectnederlandscheoostindischecompagnie