. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 16. — NAJADACEAE. 343 deze snavel door den aangroeienden helmknop opengescheurd. De binnenste bloembeklecdende deelen zijn niet den 1-hokkigen helmknop vergroeid en scheuren aan den top open. De vrouwelijke bloemen bestaan uit een vrucht- beginsel met een iets verlengden stijl en meest 2 stempels (fig. 256). De vrucht is slank cyiindrisch, toegespitst, 2 niM lang, 'oUiMdik, zwartgrijs, overlangs gestreept. De zaden hebben een slechts uit 3 cellagen bestaande zaadiuiid, zij hebben van buiten horizontaal verlengde mazen. ©. 7-25 cM. Juni—Augustus. Voorko
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIH 16. — NAJADACEAE. 343 deze snavel door den aangroeienden helmknop opengescheurd. De binnenste bloembeklecdende deelen zijn niet den 1-hokkigen helmknop vergroeid en scheuren aan den top open. De vrouwelijke bloemen bestaan uit een vrucht- beginsel met een iets verlengden stijl en meest 2 stempels (fig. 256). De vrucht is slank cyiindrisch, toegespitst, 2 niM lang, 'oUiMdik, zwartgrijs, overlangs gestreept. De zaden hebben een slechts uit 3 cellagen bestaande zaadiuiid, zij hebben van buiten horizontaal verlengde mazen. ©. 7-25 cM. Juni—Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op modderigen grond in Midden- en Zuid-Europa voor en is bij ons zeldzaam. 2. Zostéra') L. Zeegras. Uit den kruipenden wortelstok komen korte bladdragende takken, die vele lang lijnvormige, aan den top stompe of uitgerande, gaafrandige bladen dragen met geheel of bijna geheel gesloten scheeden en een kort tongetje. Op andere plaatsen komen uit den wortelstok bloeiende stengels, die vruchtbare bladen dragen. Deze zijn schijnbaar gesteeld (fig. 257, c) en bestaan daarboven uit een scheede a, die de aar omsluit en loopen naar boven in een blad- schijf b uit. In werkelijkheid staan de aren eindelings aan den top van den stengel en daaronder zit een blad, in welks scheede de aar zit, zoodat de schijn- bare steel een stengeldeel is. Onder die steel zit een scheede d. in den oksel daarvan is een zijtak van den stengel ontstaan, die ten deele met den stengel vergroeid is tot aan de inplantingsplaats van zijn eigen schutblad en welke weer in een aar eindigt. Schijn- baar draagt hier dus de stengel onvruchtbare bladen, alleen uit een scheede bestaand en vruchtbare bladen in wier scheede (een soort bloeischeede dus) zich de bloeiwijze bevindt. Die bloeischeede is gespleten, de bloeiwijze is een aar. De spil der aar is afgeplat, eenigszins lijnvormig. Daarop zitten de bloemen aan die zijde, die naar de spleet der scheede is gekeerd en wel
Size: 1129px × 2214px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants