. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. 28 LARID^. eng. Great billed Terns, tot de gewoonste der Sterns in de Guiana's, maar verschillen in levenswijze niet van de overige species. Evenzoo is haar geluid krassend en onaangenaam. Het klinkt ongeveer als „gwier, gwier, gwier", en wordt geuit terwijl de vogel over het water heen en weder vliegt. In de kolonie staan G. Z. bekend als Geel-mofo A^isiman, d. w. z. Visschers met gele snavels, bij de Arowakken als Wolokana en bij de Caraïben als Kariedie of Kawaloe. P. M. broedt gedurende het droge seizoen in koloniën op de


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. 28 LARID^. eng. Great billed Terns, tot de gewoonste der Sterns in de Guiana's, maar verschillen in levenswijze niet van de overige species. Evenzoo is haar geluid krassend en onaangenaam. Het klinkt ongeveer als „gwier, gwier, gwier", en wordt geuit terwijl de vogel over het water heen en weder vliegt. In de kolonie staan G. Z. bekend als Geel-mofo A^isiman, d. w. z. Visschers met gele snavels, bij de Arowakken als Wolokana en bij de Caraïben als Kariedie of Kawaloe. P. M. broedt gedurende het droge seizoen in koloniën op de zandbanken der rivieren of langs de kust. De 2 of 3 eieren zijn breed ovaal of elliptisch ; de grondkleur vari- eert van af geelachtig tot „ „ . bruinachtig, met groote en Kop van Phaethjisa magiiiros ris. ^^ kleine geelbruine en purper- grijze vlekken, tamelijk regelmatig over de schaal verspreid. M. A/m. X De exemplaren varieeren uitermate, zoowel in kleur als ïifmeting; velen komen overeen met eieren der voorgaande GBLOCHBLIDON, BREHM , Hasselq. = G. anglica, Mont. Schlegal, Mies. P. B. Ad. Zotn. licht paarlgrijs; bovenkop en achternek donkerzwart; overig gevederte zuiver wit; middelste staartp. grijsachtig getint; buitenvlag v. d. eerste slagpennen zilverachtig; tip en schachtgedeelte der binnenvlag, uitgezonderd een smalle zoom aan het uiteinde v. d. veder, wit; snavel donkerzwart; pooten zwartachtig. WiJit. Ongeveer hetzelfde, maar de bovenkop wit; oorvederen grijs en een plek voor de oogen zwartachtig. Jong. Ongeveer als ad. in het winter- vederkleed, maar de met een geelachtige tint overtogen, bovenkop, achternek, rug en schouders enkele malen met zwartachtige strepen. Jong in dons. licht grijsachtig geel met verscheidene tamelijk duidelijke, zwartachtige vlekken aan de achterhelft v. d. kop; een duidelijke, zwartachtige streep aan elke zijde v. d. achternek en bovenrug; vleugels, stuit en bu


Size: 2246px × 1113px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908