. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . oegh, ende beval dat men hem de huyt lullig föu-defmeeren. Suetonius. XX VL . -ifV* Langh-oorigh laftbaerdier, jeloers om al de weelde J^ Des Honds , die in den fchoot zijn Meefters daeghlijks Die t befte wiltbraet at, dat van de tafel viel, (fpeelde, En fmulden als de geen die altijd feeft-dagh hiel, Werd eyndelijkberaen zijn meefter tefeefteren , En fprongh met luyd gebulck op s Heeren zijde kl
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . oegh, ende beval dat men hem de huyt lullig föu-defmeeren. Suetonius. XX VL . -ifV* Langh-oorigh laftbaerdier, jeloers om al de weelde J^ Des Honds , die in den fchoot zijn Meefters daeghlijks Die t befte wiltbraet at, dat van de tafel viel, (fpeelde, En fmulden als de geen die altijd feeft-dagh hiel, Werd eyndelijkberaen zijn meefter tefeefteren , En fprongh met luyd gebulck op s Heeren zijde kleeren. Den Huys-heer al verbaeft, roept wapen, wapen, moort! t Gezin raeckt op de been, de knechten komen voort : En ziende t woeft bedrijf, en s Ezels vremde zeden, Vlet kluppel-dagen hem beftreken al zijn leden: Befmeerden hem zijn huyt, en fpoeden nae de ftal, Daer hy met droef heyd mocht beklagen zijn mifval. Ghy die licht veer dighli/ck verandert wifpelturigh Van t een tot t ander ampt, en felden zijt gedurigh 3, In t opgeleyd beroep 5 vernoeght met uwen ftaet, 55 Op dat het u op t left niet als den Ezel gaet. h iij Il . - ■ ! V Warande der Dieren. V* *DcWolfen t mfchuldigh Lammeken,. C Ven aldus heeftgehandelt die bloetdorftige Keyfer Nero met** ÏV/0 Thrafea. Want als Thrafeas hem flechts droevigh aen-fagh, teegh hem Nero dat ten quaeflen aen, (eggende:?**#* namwat quaets voor tegen den Keyfer > ende liet hem dacr op haefte-hjck ombrengen. Subtonius. XXVII. ALs by geval de Golfen fLammeken te zamenHet zilver van een borne oft beek te drinken quamen3De Wolf ter zyden zagh, en riep geheel onfteltWie zydy die u hier zoo dicht by my verzel t ?Die t water roeren dorft ent nat van dees rivieren:Gewis al waerdy fchoon een van de grootfte StierenDie ftouthey d waer te groot! het Lammeken verbaeftZijn onfchult heeft gemaeckt: Maer Wolfaert als beraeftt Onnoofle dier ken greep, en vattetby der keelen,En riep hoe zuldy van u ouders niet verichelenMaer volgen haren aert >
Size: 1761px × 1419px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems