. Album der Natuur. 366 GESCHIEDENIS VAK DEN VLEUGELVINGER. die wij op blz. 363 zien voorgesteld. De binnenrand van het vlies was zonder twijfel aan net lijf gehecht, op de zelfde wijze als wij thans bij vleermuizen en vliegende eekhoorns waarnemen. Het grootste gedeelte van den langen staart is kaal en zonder vlie- zige aanhangsels , maar het uiteinde, dat is de laatste zestien zeer korte wervels, vertoont een verticaal vlies, van vorm als in de afbeel- ding op blz. 363 en in de natuurlijke grootte in fig. 3 is voorgesteld. Dit staartvlies was iets dikker dan het vliegvlies der vleugels. Het


. Album der Natuur. 366 GESCHIEDENIS VAK DEN VLEUGELVINGER. die wij op blz. 363 zien voorgesteld. De binnenrand van het vlies was zonder twijfel aan net lijf gehecht, op de zelfde wijze als wij thans bij vleermuizen en vliegende eekhoorns waarnemen. Het grootste gedeelte van den langen staart is kaal en zonder vlie- zige aanhangsels , maar het uiteinde, dat is de laatste zestien zeer korte wervels, vertoont een verticaal vlies, van vorm als in de afbeel- ding op blz. 363 en in de natuurlijke grootte in fig. 3 is voorgesteld. Dit staartvlies was iets dikker dan het vliegvlies der vleugels. Het Fig. Het staartvlies van Bhamphorhynchus phyllurus, natuurlijke grootte. bovenste gedeelte werd opgericht gehouden door een reeks van bee- nige uitsteeksels, elk gezeten midden op een staartwervel. Ook de onderste helft werd door zulke uitsteeksels gesteund. Deze steunsels waren kraakbeenig en buigzaam, doch stevig genoeg van weefsel om het vlies uitgespannen te houden. De zoogenoemde schoudergordel van dit dier is ook zeer merkwaar- dig; het schouderblad en het ravenbeksbeen zijn met elkander ver- groeid, doch het sleutelbeen ontbreekt. Het borstbeen vertoont geen duidelijke gewrichtsvlakten voor borstbeenribben. De hier beschrevene soort schijnt zeer na verwant te zijn aan den Uhamphorhynchus Gemmingi, is uit den zelfden geologischen horizon af- komstig , en ook ongeveer op de zelfde plaats gevonden waar men voor- heen den laatstgenoemden heeft aangetroffen. Dat de nieuwe soort evenwel belangrijk van den genoemden Khamphorhynchus verschilt, wordt, behalve door het verschil in grootte, bewezen door de volkomene vergroeiing van het schouderblad met het ravenbeksbeen; door dat de vijfde vinger van den achtervoet wel ontwikkeld is, en hij drie leden heeft; en vooral ook door het bladvormige schild aan den staart. De laatste bijzonderheid wordt uitgedrukt door den naam dien Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally


Size: 2791px × 895px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura