. Jesus en de ziel : een geestelycke spiegel voor 't gemoed : bestaande uyt veertig aangename en stichtelyke sinne-beelden : vervat in drie deelen . de ZIEL. Ve Ziele haren Godt vafl aenkjevende* ACh neen! ick laet u niet, ach neen!Ghy kunt, noch fult my niet ontvlieden; lek hou aen Godt, mijn eenigh Een,Het ga foo r wil; en oft gefchieden Dat aerde en hemelrijck vcrgingh ,Het raeckt rpy niet > dat magh gcbcaren, Om een verlaet ick alle fju dat mijnen Wi L ontfcheuren ? Mijn Godt, mijn lief> mijn eenigh gocdt,Al gingh mijn lyf en Ziel te gronde, Soo lang daer noch in mijn gemoe
. Jesus en de ziel : een geestelycke spiegel voor 't gemoed : bestaande uyt veertig aangename en stichtelyke sinne-beelden : vervat in drie deelen . de ZIEL. Ve Ziele haren Godt vafl aenkjevende* ACh neen! ick laet u niet, ach neen!Ghy kunt, noch fult my niet ontvlieden; lek hou aen Godt, mijn eenigh Een,Het ga foo r wil; en oft gefchieden Dat aerde en hemelrijck vcrgingh ,Het raeckt rpy niet > dat magh gcbcaren, Om een verlaet ick alle fju dat mijnen Wi L ontfcheuren ? Mijn Godt, mijn lief> mijn eenigh gocdt,Al gingh mijn lyf en Ziel te gronde, Soo lang daer noch in mijn fnack , een vonckjen word gevonden , Soo Jangh wordt gy van my bemint;Met foetheyt hebt gy my gevangen , Gelijck men lockt een (pelent kint,Nu luli het my u aen te hatigen. <jy fijt mijn grondt, waer foud ick gacn ?Gy fijt mijn Godt, u houd ick rtille, Mijn WI L L E-G E E s T grypt nergens aen,Gy meught het maecken nacr uvsr Wille. Goddelyk Antwoordt. IiV etnen kjz^nen toorne hcbbe icl{ mijn aen^eficht van ueeno^enbhck, verborgen: maermeteeutpigz ^pfalick^mj uwer ontfermen* Jcf, 5-4* vers 8, Wien HET DERDE DEEL. 115^. Wien heh ick^ [nejfem u] in den Hemel ? ncffèm u en tujlmy oocl{ niets op der aerden, Bejwycl^e mijn vleejch endemijn her te, ƒ00 /> Godt de rot:(Jlezn mijns herten, ende mijndeelineeuwi^heit, Pfalm. 7J. vers ló. H 4 Op UQ JESUS en de ZIEL, Op het XXVII. Sinnebceldt. Van een flerck aenhanoden der T-i^le , aen Godt,tn ware gel atenhc)t, OF het fchecn dat ghy my verlaten woud , oGotitmijn vader! en dat^hy uwaengeficht verbergendetot my fprack • lek en wil u niet; So wil ick toch u , enanders en wil ick niet als u , ma^h ick ii niets hebben foowil ick nicts,nu ick u eens lief^^ekregen heb, zijn my al-le dinp!;en die gy nietzijt ydel , en zy mogen my nietvernoegen. Gykuntmyoock niet ontvlachten,6 God!mijn lief; want ick hange aen uwen hals met mijnenwille, ick heb miin wille van alles afgekeertomu alleenvail te houden, ick heb mijnen w
Size: 1402px × 1782px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1690, booki, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist