. Ian van der Veens Zinne-beelden oft Adams appel . krachtige Poëfieniet alleen beminne, maar ten Hemel verheffe,als zijnde geloutert deur t vuur haard er geleert-heyt, welke (ofmen t weten wil ofte niet)hebbenzowelmy, als andre mijns gelijke, doogenont-vluift, ende in Si/oha gewaflehen, ten eynde onzeblaauwe flaauwe Oly-vlacken ten naaften by kon-nen fien, onze misdagen voor-komen, ende o-aanzonder geleyt te werden, doch niet na Athcnenofte Romen, maar pas zoo wijt as onze MoedersHoendren vliegen, te weten, in onze Neder land-fchenHof, gelijckU. Ed: lichtelijck zult merc-ken ende proeven aan


. Ian van der Veens Zinne-beelden oft Adams appel . krachtige Poëfieniet alleen beminne, maar ten Hemel verheffe,als zijnde geloutert deur t vuur haard er geleert-heyt, welke (ofmen t weten wil ofte niet)hebbenzowelmy, als andre mijns gelijke, doogenont-vluift, ende in Si/oha gewaflehen, ten eynde onzeblaauwe flaauwe Oly-vlacken ten naaften by kon-nen fien, onze misdagen voor-komen, ende o-aanzonder geleyt te werden, doch niet na Athcnenofte Romen, maar pas zoo wijt as onze MoedersHoendren vliegen, te weten, in onze Neder land-fchenHof, gelijckU. Ed: lichtelijck zult merc-ken ende proeven aan de vruchten, die ick nefFensmijne gunfte U. Ed: daar van by dezen toe-eyge-ne, niet twijfelende, ofte zult die van zo goederharten aanvaarden, als mijne genegentheyt fichftreckt om U. Ed: alle mogelijcke dienft te doen,wenfehte God my daar toe gelegentgeyt verleene,hem biddende U. Ed: te fparen in lang-duurigegezontheyt ten zaligften, ben ende blijve geftadigmijne toe-geneyghde Heeren ende aanghenameVrinden. U. Ed: Dienfi-bereyde JAN VANDER Rijm-lievers. Er- waarde Vrinden ikbekentVan hleynne vrucht myn Zang te wefen,En dat vry nutter waargelefen,Het Oude ent Nieuwe Jcftament. Debefle Fruytenwertmewars,Verand ringh kan de Menfch bekoren,Hoe yaakjrort wel een I(nolgekoren^Voord angename fcboene Ityrs. Voor t Clavrighoft gebloemde Landt,Voor fchaduw-bejjchen vol Rivieren,Vervult met %ang der vlugge dieren,Verkieflmevaakeen dorre Strandt* Be loop of aardtfcbe wandelingIs ongefladigb, ^ niets en ifferJvogeduirigbAh werrehfcbe verandering. Dies fal maer een geringe Ttjt,Het nieuwe van myn oudejakenDe leught, of wie bet is, vermaken*Ofjpyten die. die my ienijt. Tot dat een ander op de baanBrengbt nieuwe ongehoorde kuiren^Soo lange (fegh ik) fal ditduiren,En daar me ijfet dan gedaan; t Jfyn wefen dattet by-geval,Somtijts wel mocht tevoorfcbijn kpmen^Gelij knoei? fomtijts wert genomenIn handeu t over Coft lijk Mal. II 3


Size: 1445px × 1728px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidianvanderveens, booksubjectdutchpoetry, booksubjectemblems