. Zederyke zinnebeelden in hondert kunstplaten vertoont . om hen teverdelgen, dat ze door de almagtigen arm wor-den gellaagen, maar veel meer om ze te ver-heffen. Al de kwaden die hy ze toezend, vloeyenniet uit zyn verderf-wraak; maar zyn niet als tothun voordcel gericht. Zy worden met geen den-den belaadcn, als om er eindelyk door een onge-wonelyken flag zynergunfte van verlolt te wor-den y dewelke hen reeden geeft, om de groot-heit van de Goddelyke gunlle te verkondigen,en de geenen tot zyn waarnchtige kennilTe tedoen komen, dieer noch van verweiderd is t, dat wy een be^endig gedu
. Zederyke zinnebeelden in hondert kunstplaten vertoont . om hen teverdelgen, dat ze door de almagtigen arm wor-den gellaagen, maar veel meer om ze te ver-heffen. Al de kwaden die hy ze toezend, vloeyenniet uit zyn verderf-wraak; maar zyn niet als tothun voordcel gericht. Zy worden met geen den-den belaadcn, als om er eindelyk door een onge-wonelyken flag zynergunfte van verlolt te wor-den y dewelke hen reeden geeft, om de groot-heit van de Goddelyke gunlle te verkondigen,en de geenen tot zyn waarnchtige kennilTe tedoen komen, dieer noch van verweiderd is t, dat wy een be^endig gedulden lydza^imheit, tegen alderlei Üag van bezoe-kingen ^ moeten bchouien. *t Is onze pigtde flagen, die ons van bovenkomen , me^eea^volkome wil, onderworpen aan de voorzienig-heit, gevnllig te dragen: uit vreeze, oat on«ze regenftnevingen en klagren ons ni^c van d(goederen berooven, die aan onze volflandighi *zvn belooft; en de tjeffelyke belooningen iMontrukken, de welke ons onwankelbaarg duUlmoeten btkroonen. iiXL j ZINNEBEELD. Tl. Hy heeft in V hrooze gewerkt, T^Fn Maakcr ftci fr, zo wel als *t beeld:Daar zyne konft en geeft fpeeldVergaat, en moet op t end bederven. ó Menfch! verlaat de ydelheir. En werkt aan decuwige vreugde te beerven. T\ Aar is niet bcfchreyelyker in de wacreld 5 als c gedrag van veel menfchcn , diQ de gedagtenis van de verplichtingen verliezen, D 5 de-, f4 ZE1>ERYKE dewelke zy aan God hebben , en van de ge-hoorzaamheit, die zy aan zyn geboden fchul-dig zyn y hun verftand alleen aanleggende tothet zoeken van vergankelyke vermaakelyi^he-den, dewelke in zich zelven niets vaft of be-ftendigs hebbende, hun waarachtig geluk nietkonnen maaken. Deze menfchen zyn diebeeldhouwers gelyk, die veel maanden bezigzyn met een beeld van een brooze fteen temaaken, t welk de tyt, die alles verflind,eindelyk in t ftof doet nedervallen, en methet werk de naam en achting van den maa-ker, die t zoo konftig had gewrocht, doetvergaan
Size: 1578px × 1583px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1710, bookidzederykezinnebee00verr, booksubjectemblems