. De flora van Nederland. Plants. 250 — LABIATAE. — FAMILIE De bloemen zijn okselstandig, staan in paren bijeen en zijn korter dan de schutbladen, zij vormen samen een losse, bijna van den voet der takken af beginnende, schijnaar. De kelk is ruw behaard met een weinig ongelijke, lancetvormige tanden, die evenlang als de buis zijn. De bloemkroon is citroengeel en heeft een smalle, nauwelijks uit den kelk stekende buis. De bovenlip is zeer kort, nauwelijks 2-lobbig, de onderlip daarentegen groot, 3-lobbig met 2 kortere zij- lobben en een groote, 2-lobbige middenslip. De vruchtjes zijn bruin
. De flora van Nederland. Plants. 250 — LABIATAE. — FAMILIE De bloemen zijn okselstandig, staan in paren bijeen en zijn korter dan de schutbladen, zij vormen samen een losse, bijna van den voet der takken af beginnende, schijnaar. De kelk is ruw behaard met een weinig ongelijke, lancetvormige tanden, die evenlang als de buis zijn. De bloemkroon is citroengeel en heeft een smalle, nauwelijks uit den kelk stekende buis. De bovenlip is zeer kort, nauwelijks 2-lobbig, de onderlip daarentegen groot, 3-lobbig met 2 kortere zij- lobben en een groote, 2-lobbige middenslip. De vruchtjes zijn bruin, scheef omgekeerd eirond, netvormig rimpelig. 5-20 cM. o, ook OO- De eenjarige bloeien in Juli—Herfst, de tweejarige in Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op zonnige, dorre plaatsen, vooral op kalkgrond in berg- streken in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons is zij bij Maastricht en op den Sint-Pietersberg gevonden en verder aangevoerd bij Deventer. Ajuga chamaepitys 27. TeÜCrium ^) L. G 3 111 3 H d 6 T. Fig. 308. ' Kelk buis- of klokvorniig met 5 bijna gelijke tanden, zeldzamer 2-lippig. Bloemkroon meest afvallend, eenlippig met korte buis, zonder haarring. Bovenlip schijnbaar ontbrekend, maar in werkelijkheid gevormd door 2 kleine lobben, die naar de onderlip gekeerd zijn, zoodat deze 5-lobbig is. De middenlob is het grootst, is afgerond en vaak verdiept. Meeldraden 4, 2-machtig, dicht bijeen, opstijgend, sterk uitstekend tusschen de 2 bovenste lobben. De voorste meeldraden zijn het langst. De helmhokjes vloeien samen. Vruchtjes eirond, rimpelig of bijna glad. Bloemen purper, geel, wit of blauw, okselstandig of in trossen of ein- delingsche hoofdjes. Bladen al of niet ingesneden. Kruidachtige of houtige, min of meer aromatisch riekende planten. Biologische bijzonderheid. Een gal wesp, Lactomelopus Teucrii, veroor- zaakt aan de Teucriumsoorten, vooral aan T. Scordium gallen, die den vorm van een knop of van een kleinen bol hebben. De galmug
Size: 1426px × 1752px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants