. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . e , die met U een zyn: ja zedringt my, om te arbeyden, dat zelf alre die Unog niet kennen, een met U mogten werden; dewylgy ons zoo naauw aan een verbonden hebt, en uyt Ba eenen 2o Alkenfpraake met God. eenen bloede ons alle hebt gefchaapen 5 tot dateene zalige eynde , om U te zoeken, of wy Uimmers taften en vinden mogten, en zoo alle metU vereenigen. Dat ik dan kragtig door U bewogen worde al tedoen wat ik kan, om t geheele Lichaam


. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . e , die met U een zyn: ja zedringt my, om te arbeyden, dat zelf alre die Unog niet kennen, een met U mogten werden; dewylgy ons zoo naauw aan een verbonden hebt, en uyt Ba eenen 2o Alkenfpraake met God. eenen bloede ons alle hebt gefchaapen 5 tot dateene zalige eynde , om U te zoeken, of wy Uimmers taften en vinden mogten, en zoo alle metU vereenigen. Dat ik dan kragtig door U bewogen worde al tedoen wat ik kan, om t geheele Lichaam des men-fchelyken geflagts van U alleen af komftig, en doorU tot een, dat is, tot U geroepen, daar heenete leyden. Gy zyt een God der Jooden, en de Heydenenhebben geenen anderen, alle hebben ze U even-veel gekoft:, gy hebtze alle lief in Chriftus, in-dien ze maar U lief hebbe, en ze konnen U allelief hebben, als ze maar alle U kennen: k wilmy dan met alle vereenigen, zoo veel ik kan; kwil van nu voortaan op myn pligt in Ernft let-ten , en door ootmoedigheid een ander hoogeragten als my zelve. Om uwent wille, die myn enig ewig hoog ver-trek zyt. Amen. o? tl. Op GODS EENHEID. Yn Enige Heer! myn Enige God! wasik een met U , en alle myne me-nigvuldigheid en gedeeltheid in Ualleen geheel verflonden! Mogt ikdoor U komen tot een geftadige,loutere, enkele Eenheid en enkelheid. Gy roept zo kragtig van uwen EL Berg tot my,om my van alles tot Ü alleen te brengen» (*) Hoor9Ifrael, de Heer e onzen God is Een eenig Heer e. kHoorU , myn Enige God dit tot my roepen, en ach! ofik alleen uwe ftemme hoorde! Maar hoe vele andere Goden roepen zo geweldigen zonder ophouden: H»or menfch, hoor dog na my, laatik uwe God zyn, my boort gy niet alleen, maar my zietgy ook, my tafi O wat al Afgoden zoeken myneZiele van U , die myn Enigen waren God zyt, af teleyden! Niet alleen de God dezer Ewe met alle zyneonderhorige Dienaars, die myne Zinnen door onge-loof zoeken te verblinden; niet alleen den Go


Size: 1728px × 1446px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksu, booksubjectemblembooksdutch