. Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlicke have . yd:Luft ons dan t verzwaren van den wegh totten Hemel,Daar komt rijckaart zwaarlijck als door den naald een Kemef^Die dan daalmis opfluyt om zijn kind rijck te maacken,Arbcydt om hem zwaarlijck ten Hemel te doen raacken,Elck plant meer in zijn kind gheld en de goedadighe al nutte Godsvruchtigheyd,En elck pooght meer zijn kind gheld dan wijfheyd te crvciiyDus heerfchapt rijckdom zot, dits t ghemeen bederven,^ch betrout God, die laat den vromen geenfïns ter noodyNoch zynen zade niet dat ghingh noyt bedelen om broodl


. Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlicke have . yd:Luft ons dan t verzwaren van den wegh totten Hemel,Daar komt rijckaart zwaarlijck als door den naald een Kemef^Die dan daalmis opfluyt om zijn kind rijck te maacken,Arbcydt om hem zwaarlijck ten Hemel te doen raacken,Elck plant meer in zijn kind gheld en de goedadighe al nutte Godsvruchtigheyd,En elck pooght meer zijn kind gheld dan wijfheyd te crvciiyDus heerfchapt rijckdom zot, dits t ghemeen bederven,^ch betrout God, die laat den vromen geenfïns ter noodyNoch zynen zade niet dat ghingh noyt bedelen om broodl fejde dat een vroedt^Zijn vyandt ten oorbaar kanghehuyckertfWant altijt leeft hj op zijn te fc houwen zijn laflers vnycken^Mocht die yet onrechts van hem ruyckeff,Hy foudt elck met fchande vellen,ïiy kan honighuytdijlels fuyckenyDie wilrleeft om zynen vyandp te que/ktr^. Recht ghebruyck der Rijckdommen. f- 6. D©iJ!fpflwIffcft5a«fpt/ bicfaloockfparisöltjchmaeömtmbctoicmimrifichsaept/t»($ fal ootft mtlDeliich ©c Cfaiiflm boutotttbe op 5ört ©abcr» tooo^öcn üaft /ILceft foücr/ gljwft tocelöigö/ toafl öick upt ïicfo boo? eert öp tocet/ Dat cm ©?oii Ijaac Hinbt e« bagöetmsoMto/ (zichtig, DE Chiïften teert fpaarlijck, deylt mild, bewaart voor-Voor arm,voor hé^voor kind, en is clck nut en ftichtig,AI eyfcht verfcheydéhcyd elckerlijx verfchey dé geeft befcheyden liefd, hier elck een bcfcheydcn teert beneden ftaat, wat onder t ghcmecn fhoeyt zijn overvloed, t fhoeyfel vult s broeders leert hem t veel ghevcn door oeftening kinnen,Hy deylt zijn overvloed, waar hy gebreck kan vinnen:Want hy zijfis naaftens nood, die nu is meer zijns zelfs oft zijns kinds toekomende onwifTe fraert,Ia by wylcn bcweeght door yemands pijnlijcke laft,Hy tot diens verzading willigh hongerigh ziende niemand recht in bchoeftigheyds plagen,Ghedenckt hy in Gode danftaande quade dage


Size: 1573px × 1588px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcoornhertdvdirkvolkertszoon15221590, bookauthorwierix