. De flora van Nederland. Plants. Primula officinalis Fig. 41. een bloemstengel, die een veelbloemig, naar eene zijde getceerd scherm van bloemen draagt. De bladen zijn eirond, plotseling in den steel samen- getrokken, ongelijk getand, rimpelig, van onde- ren dun viltig behaard evenals de scherm-, bloem- stelen en kelken. De steel der bloeiwijze is langer dan de bladen en blijft ook na den bloeitijd opgericht. De bloemen zijn welriekend. De kelk is opgeblazen, geheel witachtig, tot op '/4 verdeeld, met ei- ronde, toegespitste tanden. De bloemkroon is dooiergeel, met 5 oranjekleurige vlekken aa
. De flora van Nederland. Plants. Primula officinalis Fig. 41. een bloemstengel, die een veelbloemig, naar eene zijde getceerd scherm van bloemen draagt. De bladen zijn eirond, plotseling in den steel samen- getrokken, ongelijk getand, rimpelig, van onde- ren dun viltig behaard evenals de scherm-, bloem- stelen en kelken. De steel der bloeiwijze is langer dan de bladen en blijft ook na den bloeitijd opgericht. De bloemen zijn welriekend. De kelk is opgeblazen, geheel witachtig, tot op '/4 verdeeld, met ei- ronde, toegespitste tanden. De bloemkroon is dooiergeel, met 5 oranjekleurige vlekken aan de keel en een verdiepten zoom, die 8-12 mM breed is. De doosvrucht is eirond, bruingeel, korter dan de los er om heen liggende kelk en springt met 5-10 tanden open (tig. 41). Zij bevat vele rondachtige, bruine zaden. 2\.. 15-30 cM. April—Juni, soms in den Herfst. Biologische bijzonderheden. De inrichting in verband met de bestuiving is als bij P. elatior. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in weilanden en in boschachtige streken voor en is bij ons vrij algemeen. P. acaulis'j Jacq. Stengellooze sleutelbloem (fig. 42). Uit den vrij dikken wortelstok komt een roset van bladen en verder een aantal bloemstengels, die ieder een bloem dragen. De bladen zijn groot, langwerpig-omgekeerd eirond, geleidelijk in den steel versmald, van onderen kort behaard en bleek, ongelijk getand, rimpelig. De bloemen zijn langgesteeld en alleenstaand in de bladoksels. De bloemstelen en kelken dragen lange kroesharen, de eerste zijn bijna even lang als de bladen en ten slotte liggend. De haren der bloemstelen zijn langer dan de middellijn der stelen. De bloemen zijn licht- geel, met 5 oranje vlekken aan den voet, rechtopstaand, niet welriekend. De kelk is groen, op de kanten sterk behaard, bijna tot het midden verdeeld in toegespitst lancetvor- mige slippen. De bloemkroon heeft een vlakken, 2-3 cM breeden zoom. De doosvrucht is ei- rond, iets langer dan de er tegen a
Size: 1491px × 1675px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants