. De flora van Nederland. Plants. FAM1LH-: 38. FUMARIACEAE. 241 vrucliteii zijn lijiivoniiiK''vveipi^', l;in^'er dan de vruchtstelcn. De zaden zijn bijna dof, korreiiiiniw en hebben een aanK'cdrnkl, bijna tiaafrandi),' aantianfjsel. 15-30cM. '^.JiiniâOctober. Voorkomen in Enropa en in Nederland. De plant belioort te huis in Oostenrijk en Italië, waar zij op rotsen groeit. Zij is op een muur te Valkenburg (L.) jjevonden en is daar zeker een verwilderde sierplant, daar zij in een naburij^^en tuin j^roeit. Misschien komt zij ook op een muur lan}j;s de Geul bij het kasteel Schaloen voor. C.


. De flora van Nederland. Plants. FAM1LH-: 38. FUMARIACEAE. 241 vrucliteii zijn lijiivoniiiK''vveipi^', l;in^'er dan de vruchtstelcn. De zaden zijn bijna dof, korreiiiiniw en hebben een aanK'cdrnkl, bijna tiaafrandi),' aantianfjsel. 15-30cM. '^.JiiniâOctober. Voorkomen in Enropa en in Nederland. De plant belioort te huis in Oostenrijk en Italië, waar zij op rotsen groeit. Zij is op een muur te Valkenburg (L.) jjevonden en is daar zeker een verwilderde sierplant, daar zij in een naburij^^en tuin j^roeit. Misschien komt zij ook op een muur lan}j;s de Geul bij het kasteel Schaloen voor. C. glaiica Pursli. behoort thuis in Canada, waar zij op rotsen j^'rocit. Zij is in 1H68 in den pastorietuin te Oldeboorn jj;evonden en is zeker met tuinzaden aanjj;evoerd. Zij is blauw- groen , onbehaard en heeft een rechtopstaanden of opstijgenden stengel. De onderste bladen zijn kort gesteeld, de bovenste bijna zittend, alle zijn gevind, de eerste insnijdingen zijn ver afstaand, de bovenste blaadjes zijn eirond of wigvormig, getand of gaaf, stomp, vaak met een stekelpuntje. De bloemen staan in groot aantal tot pluimen vereenigd en zijn bruin met een gelen top. De spoor is afgerond. De vruchtjes zijn smal lijnvormig, rechtopstaand , bij rijpheid knoopig. De zaden zijn glimmend, iets netvormig geaderd. 2-4 dM. ^. AprilâSeptember. '2. Fumaria ') Trii. D u i v e n k e r v e 1. Kelkbladen gekleurd of zeer klein, korter dan de bloemkroon. Bovenste kroonblad verlengd in een spoor- of zakvormig aanhangsel. Bloemen purper, rosé of wit, steeds aan den top donkerder, in veelbloemige trossen, die vaak tegenover de bladen staan. Vrucht kort, bolrond of ovaal, 1-zadig. De wand bestaat uit een zeer harde binnenlaag en een weekere, lang sappig blijvende, buitenste laag, de vrucht nadert dus tot de steenvruchten. Bladen 2-3-voudig gevind niet ovale, lancet- of lijnvormige blaadjes. Eenjarige planten met kantige, meest vrij zwakke, soms klimmende stengels. Tabel tot het determineeren der


Size: 1432px × 1746px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants