. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. niet open mond de regendroppels opvangen, of met liunne vallende kromme handen, die zij in het water dompelen en vervolgens boven den opwaarts gerigten mond ledigen, hunnen dorst lesschen, bezigt de Orang-oetan tot datzelfde doel alleenlijk zijne lippen. Heeft hij dorst en begint het toevallig te regenen, dan steekt hij zijne onderlip, in de gedaante van eenen grooten lepel, eenige duimen ver vooruit, en ontvangt aldus zooveel regenwater op, als hem nut is. Van deze eigenaardige kunstgree
. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. niet open mond de regendroppels opvangen, of met liunne vallende kromme handen, die zij in het water dompelen en vervolgens boven den opwaarts gerigten mond ledigen, hunnen dorst lesschen, bezigt de Orang-oetan tot datzelfde doel alleenlijk zijne lippen. Heeft hij dorst en begint het toevallig te regenen, dan steekt hij zijne onderlip, in de gedaante van eenen grooten lepel, eenige duimen ver vooruit, en ontvangt aldus zooveel regenwater op, als hem nut is. Van deze eigenaardige kunstgreep, om de ondei'lip, als ware het, tot eene soort van waternapje aan te wenden, bediende zich ons groot, wild voorwerp telkens, als het dorst had, en men eenig water van boven op hem liet nederdruipen; doch, vulde men de halve kokosschaal, welke zich als drinkvat in zijn hok bevond, met water, dan nam het dier die schaal, met eene waarlijk menschelijke vaardigheid, met eene zijner voorhanden op, en goot het vocht in de lepelvormig verlengde onderlip, van waar het vervolgens in den mond geslurpt werd. Op eene andere wijze dronken onze jonge Orang-oetans, wanneer men hun in eenen schotel of kom water voortzette. Zij trokken alsdan de lippen meestal puntig, als eenen trechter, te zamen, bragten haar even onder de oppervlakte van het vocht, en zogen het door de ronde opening op. Intusschen namen zij ook, bijaldien de omstandigheden deze wijze van hunnen dorst te lesschen niet toelieten, somwijlen daartoe hunne handen te baat. Wanneer men namelijk, voor de traliën der hokken, waarin zij opgesloten waren, een kommetje of glas met suikerwatcr pkiatste, dan staken zij do armen tusschen de stijlen door, dompelden, even als de katten gewoon zijn, hunne handen in het vocht, lekten die met de lippen af, en herhaalden dit zoo dikwerf, tot het geheel ledig was. Onder alle zintuigen echter bezit ongetwijfeld het gehoor van den Orang-oetan de meeste volkomenheid, en hierin schijnt het voornaam
Size: 2223px × 1124px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872