. Cl. Bruins Aanmerkingen op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . inkomji dan t uitgegraven goud. Zyis koftely-ker dan robynen, en al luat u iuften rnag is by haar niet te ver^gelyken, Lankheid der daien is in haare rechterhand, in haare[Unkerhard y rykdom en eere. Haare zuegen zynivegender liejiyk»heid , en alle haat e padm vrede. Zy is een boom des levens dengeenen die ice aangrypen, en eik een die ze va ft houd word zvelcelukzalti, Spreuken iii. vers 13 tot 16. ó Hemellche wyshcid,beüaande in eengodvruchtigen wandel! wat ishy gelukkig die ubezit ? door u kan een godlievende zi


. Cl. Bruins Aanmerkingen op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . inkomji dan t uitgegraven goud. Zyis koftely-ker dan robynen, en al luat u iuften rnag is by haar niet te ver^gelyken, Lankheid der daien is in haare rechterhand, in haare[Unkerhard y rykdom en eere. Haare zuegen zynivegender liejiyk»heid , en alle haat e padm vrede. Zy is een boom des levens dengeenen die ice aangrypen, en eik een die ze va ft houd word zvelcelukzalti, Spreuken iii. vers 13 tot 16. ó Hemellche wyshcid,beüaande in eengodvruchtigen wandel! wat ishy gelukkig die ubezit ? door u kan een godlievende ziel over kroonen heene flap-pen, eneenwaereld vol rykdommen, eeramptencn wellultenverlmaaden. Wel aan dan , leergiei igc herten , laat u door Godsliefde onderwyzen ; begeeft u gewillig aan haare voeten ,door het leezen, hooren, befpiegelen, en, daar t vooral opaankomt, door t betrachten der Euangeliwetten; zo zult gyhier de voorfmaak, en namaals het volk genot van de eeu-wige gelukzaiigheid bezitten. De o. V. Veens Zinnebeelden. 17 De Liefde is de hefle leermeejler, 6! Die, gewillig van gemocde,Zich onder Jefus tucht en hoede, En aan zyn voeten neder zet,Om Hem voor alles te begeeren,Wat kan hy all geheimen keren Uit zyn volmaakte Liefdewet?Daar t waanwys brein met all zyn droomen,Hoe hoog t ook klimt, nooit by kan komen. i8 Aanmerkingen op YV ^^^ waar uw fchat is, rJaar zal ook uw herie zyn, zegts waerelds Verloffer ♦ Matth» vr. vers 21. Na dat hy t verga-deren der aardfche fchatten om hunne vergankelykheid hadverboden; maar van v^^elk een fchat fpreekt hier den Hei-land? De Propheet ;7^/rtif^i zalt verklaaren, daar hy vant ver-drukt Ifraël dus fpreekt: De vreezc des Heercn zal zyn* , Je/aïas xxxiii, vers 6. Dat is die fchat, die alle vv^aaregeloovigen in de koffers van hunne herten zorgvuldig bewaa-ren; hier kunnen zy toetreeden vv^anneer t hun lult. Dicon-waardeerbaare fchat te overwegen, zich daar in te befpiege-len, en God voor die dierbaare gift te


Size: 1468px × 1702px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectchristianli, booksubjectemblems, booksubjectloveinart